Vergoeding affectieschade straks ook voor broers en zussen

Uit een evaluatie van de Wet vergoeding affectieschade blijkt dat deze goed werkt, maar wel verbeterd kan worden. Ook broers en zussen zouden aanspraak moeten kunnen maken op een vergoeding van affectieschade. Dat is nu nog niet het geval.

De Wet vergoeding affectieschade moet zorgen voor erkenning en genoegdoening aan naasten voor het leed dat zij ervaren als hun dierbare overlijdt of blijvende gezondheidsschade heeft door toedoen van een ander. Meestal speelt affectieschade bij geweldsdelicten, medische fouten en verkeersongevallen, maar ook arbeidsongevallen en milieudelicten kunnen leiden tot een claim. Uit een evaluatie van de wet blijkt dat deze voldoet, maar dat uitbreiding van de kring van naasten waarop de wet betrekking heeft, gewenst is. Onder naasten wordt op dit moment nog  verstaan de partner van het slachtoffer, de kinderen en ouders, of personen die een vergelijkbare relatie hebben met het slachtoffer. Broers en zussen vallen hier niet onder.

Ook vergoeding affectieschade voor broers en zussen

In het regeerprogramma staat dat het de bedoeling is van het huidige kabinet om de kring van naasten uit te breiden met broers en zussen. Ook is het de bedoeling dat de vergoeding verhoogd wordt. Dat is sinds de invoering van de wet in 2019 niet gebeurd. De minimale vergoeding waarop een naaste recht heeft, wordt dan € 14.000 en de maximale vergoeding € 22.500. De hoogte van de vergoeding hangt af van de relatie met de naaste en de schuldvraag. Een uitkering als vergoeding van affectieschade is mogelijk bij overlijden of bij ‘ernstig en blijvend’ letsel. Dat is het geval als iemand 70% van zijn lichamelijke of geestelijke functies verliest. Emotionele schade voor het slachtoffer en zijn familie kan ook een criterium zijn.