U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Wat te doen met het thuiswerkprivilege?

Wat te doen met het thuiswerkprivilege?

Hybride werken blijft de gemoederen bezighouden. Terwijl Trump ambtenaren verplicht terug naar kantoor te komen, wordt in Nederland gesproken over een thuiswerkprivilege en het compenseren van niet-thuiswerkers. En dan is er ook nog ‘flex-washing’.

Frequent thuiswerken was in 2019 nog vrij ongebruikelijk, nu werkt bijna 50% van de werknemers in Nederland vaak of weleens thuis. Toch blijft de mogelijkheid om thuis of hybride te werken geen vanzelfsprekendheid. In de Verenigde Staten is er al langer kritiek op en hebben verschillende grote organisaties besloten om hun thuiswerkbeleid te beëindigen of te beperken, een vrijheid waar Nederlandse organisaties evengoed op kunnen terugvallen. President Trump deed onlangs ook een duit in het zakje door een decreet te ondertekenen dat een einde moet maken aan het thuiswerken door federale ambtenaren.
Het idee van deze werkgevers is dat thuiswerken niet bevorderlijk is voor zaken als productiviteit, innovatie, ontwikkeling en sociale cohesie. Aan de andere kant is een groot deel van de werknemers juist heel tevreden over de mogelijkheden om flexibel te werken. Thuis kunnen ze ongestoord meters maken. Ook hoeven ze minder te reizen en zijn werk en privé beter op elkaar af te stemmen.

Onderscheid door thuiswerken

Veel werknemers zijn thuiswerken snel als een belangrijke arbeidsvoorwaarde gaan zien. Volgens onderzoekers van het Nationaal Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) is ‘privilege’ mogelijk een betere term. Uit hun analyse blijkt namelijk dat de thuiswerkopties flink kunnen verschillen per sector. Financiële instellingen, overheidsdiensten en zakelijke dienstverleners steken er wat betreft het gemiddelde aantal thuiswerkdagen met kop en schouders bovenuit. Ook blijken vooral wo’ers en hbo’ers te profiteren van de ontwikkeling, omdat zij vaker een functie hebben die (deels) thuis is uit te voeren. De onderzoekers waarschuwen voor de mogelijke gevolgen, zoals scheve gezichten in de organisatie, een verdere scheiding tussen mensen van verschillende opleidingsniveaus en een verhoging van de uitstroom.
Werkgevers zouden moeten nagaan hoe ze onvrede kunnen voorkomen onder werknemers die niet thuis kunnen werken. De onderzoekers zien wel iets in het ‘beprijzen’ van het privilege; in eerder onderzoek gaven werknemers aan een deel van het loon over te hebben voor thuiswerkdagen. Ook zou het een optie zijn om voor het werken op kantoor een extra vergoeding toe te kennen.

Thuiswerkprivilege als lokkertje

HR-platform Remote – dat ook onderzoek naar hybride werkmodellen doet – waarschuwt dat een organisatie bij het aanbieden van flexibele werkmogelijkheden in ieder geval oprecht moet blijven. Sommige werkgevers maken zich schuldig aan ‘flex-washing’, waarbij ze werknemers proberen aan te trekken met flexibele werkopties, terwijl in de praktijk die flexibiliteit tegenvalt. Flex-washing schaadt het vertrouwen, ondermijnt de motivatie en kan leiden tot een hoger verloop.
Werkelijke flexibiliteit zorgt voor waardering en kan werknemers binnenboord houden: 71% van de werkende ouders gaf tegenover Remote aan dat zij een nieuwe baan overwegen als de mogelijkheden voor thuiswerken (toolbox) worden beperkt.