Werken met de ziekte van Parkinson
Mensen die de ziekte van Parkinson krijgen, nemen vaak nog volop deel aan het arbeidsproces. Gelukkig is het vaak mogelijk om met Parkinson door te blijven werken. Daarvoor zijn wel vaak aanpassingen van het werk en de werkplek nodig.
Parkinson is een progressieve aandoening. De ziekte verergert naarmate de tijd vordert. De precieze oorzaak is nog onbekend, en genezing is (vooralsnog) niet mogelijk. Het heeft grote impact op de persoon zelf, maar ook op het werk. Hoelang iemand met Parkinson nog kan blijven werken, verschilt. De één werkt nog 20 jaar door; een ander moet al direct stoppen en krijgt met langdurig verzuim te maken. Dit hangt af van de ernst van de klachten en de snelheid waarmee de ziekte zich ontwikkelt. Ook het type werk en hoe iemand met de ziekte omgaat, spelen een belangrijke rol. De werkgever kan er met de juiste maatregelen voor zorgen dat de werknemer nog zo lang mogelijk actief blijft.
Subsidie voor aanpassingen werkplek
Met aanpassingen die de productiviteit niet beïnvloeden kan de medewerker mogelijk nog een tijd volledig blijven werken. Denk hierbij aan oplossingen als flexibele werktijden, thuiswerken, een rustiger werkplek of een andere stoel of muis als iemand klachten heeft. Vergeet ook de rol van de bedrijfsarts niet. Hij kan helpen om samen met de medewerker te bepalen hoe het werk het beste kan worden aangepast aan de beperkingen die de ziekte met zich meebrengt. Ook kan advies van een ergotherapeut nuttig zijn. De werkgever kan subsidie aanvragen bij UWV voor een vergoeding van de kosten van aanpassingen van de werkplek of werkzaamheden. De werkgever moet wel rekening houden met een bepaalde vorm van verzuim en vermindering van de productiviteit.