Voor iedereen reiskostenvergoeding goed geregeld?

Van de werknemers in Nederland ontvangt 1 op de 5 geen reiskostenvergoeding voor zakelijke kilometers. Daarnaast ontvangt nog eens 28% minder dan de maximale onbelaste vergoeding van € 0,23 per kilometer. Dat blijkt uit onderzoek van de vakbond CNV.

Voor werknemers die met een eigen auto naar hun werk gaan (artikel), lopen de kosten steeds verder op. Per 1 januari 2026 verdwijnt waarschijnlijk de tijdelijke accijnskorting op benzine en diesel, waardoor brandstofprijzen zullen toenemen. Volgens het onderzoek van CNV leidt dit al snel tot een verhoging van de reiskosten met € 50 tot € 100 per maand.

Kosten autorijden nemen toe

Daarnaast nemen andere kosten voor autorijden toe – zoals aanschafprijzen en onderhoudskosten. De maximale gericht vrijgestelde reiskostenvergoeding van € 0,23 per kilometer is dan ook niet toereikend. Dit werd eerder ook al berekend door Vereniging Zakelijke Rijders.
Voor veel werknemers is de auto echter onmisbaar voor hun woon-werkverkeer, en dan met name voor werknemers buiten de Randstad waar 62% afhankelijk is van een auto. CNV pleit daarom voor kostendekkende reiskostenvergoedingen in meer collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) en kijkt naar de overheid voor het behouden van de accijnskorting.

Overheid aan zet voor verhoging reiskostenvergoeding

Werkgeversorganisatie AWVN wijst er aan de andere kant op dat de reiskostenvergoeding voor het overgrote deel van werknemers – de 4 van de 5 die wél een vergoeding ontvangen – juist prima geregeld is. Dat de maximale onbelaste vergoeding van € 0,23 niet voldoende is voor sommige werknemers, ligt volgens AVWN niet aan de werkgevers. Een werkgever kan namelijk besluiten om meer te vergoeden dan het fiscale maximum, maar daar kleven volgens de werkgeversorganisatie verschillende praktische bezwaren aan.
Wel kijkt AWVN voor veranderingen eveneens naar de overheid. Een groot deel van de werkgevers zou namelijk bereid zijn om de reiskostenvergoeding te verhogen als het wettelijk maximum ook verhoogd wordt. CNV sluit zich daarbij aan en geeft aan dat de maximale onbelaste vergoeding in ieder geval omhoog zou moeten naar € 0,28.