Bij welke personeelsplannen vinden partijen elkaar wél?
29 oktober mag Nederland weer naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen. In de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen passeert uiteraard ook de arbeidsmarkt de revue. Elke partij heeft een eigen visie, maar soms komen die visies (bijna) overeen.
Over het algemeen valt te stellen dat grotere partijen de meeste invloed op het beleid hebben. Op het moment van schrijven staan deze vijf partijen er in de Ipsos I&O-zetelpeiling er het beste voor: PVV, CDA, GroenLinks-PvdA, D66 en VVD. In de verkiezingsprogramma’s van deze partijen (artikel) is volop aandacht voor het arbeidsrecht, de sociale zekerheid, pensioenen en andere onderwerpen die verwant zijn aan het personeelsbeleid.
LLO en de loondoorbetalingsplicht bij ziekte
Een grote gemene deler is het onderwerp ‘leven lang ontwikkelen’ (LLO), waar alle bovenstaande partijen aandacht aan besteden, op de PVV na. De partijen benadrukken het belang van LLO voor een flexibele, innovatieve en toekomstbestendige arbeidsmarkt. Ze willen LLO stimuleren door middel van leerrechten of leerbudgetten voor iedereen.
Ook komt in vier van de vijf verkiezingsprogramma’s aan bod dat er iets moet gebeuren met het tweede ziektejaar. Zo wil het CDA het wetsvoorstel voortzetten dat werkgevers de zekerheid biedt dat een werknemer in het tweede ziektejaar kan worden begeleid naar werk buiten de organisatie. GroenLinks-PvdA wil mkb’ers financieel ontlasten door middel van een collectief verzekerde loondoorbetalingsplicht in het tweede ziektejaar. Wat betreft D66 wordt de verplichte loondoorbetaling bij ziekte verkort naar één jaar. VVD wil dit alleen voor kleine werkgevers.
Meer zekerheid op de arbeidsmarkt
Meer zekerheid op de arbeidsmarkt is een volgend stokpaardje van een aantal partijen. CDA wil het voorstel voor de Wet meer zekerheid flexwerkers voortzetten, net als – hoewel niet expliciet genoemd in het programma – het voorstel voor de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (WVBAR). Om te verduidelijken wanneer als zelfstandige gewerkt kan worden, is de VVD van plan om de eigen Zelfstandigenwet – het alternatief voor de WVBAR – in te voeren. Tot slot wil GroenLinks-PvdA vaste contracten stimuleren en oproepcontracten verbieden (wat aansluit bij de Wet meer zekerheid flexwerkers).
Meer werken moet meer lonen
De meeste partijen willen ook (meer) werken stimuleren, dat bovendien meer moet lonen. Hiervoor wil CDA onder meer een arbeidskorting per gewerkt uur invoeren en het makkelijker maken voor werknemers om banen te combineren. GroenLinks-PvdA is voorstander van een verhoging van het wettelijk minimumuurloon naar € 18, dat bovendien voor iedereen vanaf 18 jaar moet gaan gelden. Ook D66 wil het minimumloon verhogen, voor volwassenen en voor jongeren. VVD denkt aan een werkbonus voor tweeverdieners. Verder pleiten CDA, GroenLinks-PvdA, D66 én VVD voor een bijna gratis kinderopvang. Dat moet het voor ouders makkelijker maken om meer te werken.
Verlof, AOW-leeftijd en arbeidsmigratie
Voorgaande is een schets van de plannen en geeft geen volledig beeld; daarvoor zijn de verkiezingsprogramma’s te omvangrijk. Er zijn partijen die bestaande verlofvormen willen uitbreiden en/of nieuwe wettelijke verlofvormen willen invoeren, zoals het rouwverlof (artikel) en het transitieverlof (artikel). En partijen die pensioenopbouw willen verplichten en doorwerken na de AOW-leeftijd willen vergemakkelijken. De PVV wil die AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar. Ook (een meer gerichte) arbeidsmigratie komt in veel partijprogramma’s aan bod.
Tijdens het formatieproces – historisch gezien regelmatig een kwestie van een lange adem – zal moeten blijken of de coalitiepartijen hun wensen en plannen kunnen samenbrengen in een regeerakkoord. Een stemhulp, zoals die van stemwijzer.nl of kieskompas.nl, helpt mensen bij het ontdekken met welke partij hun ideeën het meest overeenkomen.