U bent hier

Onderneming & Arbo
Hoge werkdruk vergroot kans op vertrek onder werknemers

Hoge werkdruk vergroot kans op vertrek onder werknemers

Uit recent onderzoek van het CBS blijkt dat werknemers met een hogere werkdruk vaker overstappen naar een nieuwe werkgever of aan de slag gaan als zzp’er. Een verminderde werktevredenheid, meer burn-outklachten en een slechtere ervaren gezondheid hangen hiermee samen. Maar ook andere variabelen beïnvloeden de uitstroom van werknemers.

De overgang van een hoge werkdruk naar het vertrek van werknemers verloopt meestal indirect: een hoge werkdruk leidt tot meer burn-outklachten (toolbox), een slechtere ervaren gezondheid en lagere werktevredenheid. Vooral burn-outklachten en ontevredenheid vergroten de kans op baanwisseling. Werknemers met een slechtere ervaren gezondheid blijven juist vaker in hun huidige baan, vermoedelijk omdat overstappen dan lastiger is.

Andere bepalende factoren voor uitstroom
Naast werkdruk spelen er nog meer variabelen een rol bij het verlaten van een baan. Variabelen die zowel met werkdruk als uitstroom te maken hebben, zijn bijvoorbeeld:

  • persoonlijke competenties (zoals opleidingsniveau en inzetbaarheid);
  • ondersteuning van werknemers door de werkgever (onder andere via betere arbeidsomstandigheden, sociale steun door leidinggevenden en scholing);
  • beroep en de sector waarin een werknemer werkt.

Er zijn ook kenmerken die enkel aan uitstroom zijn gerelateerd, zoals de positie in de werkkring, het soort contract, de anciënniteit (dienstjaren) en het loon.

Aandacht voor werkdruk: van signalering naar structurele aanpak

Het is dus belangrijk om de werkdruk én de uitstroom van werknemers in een bredere context te bekijken. Als je organisatie aan de slag gaat met het aanpakken van werkdruk, volg dan de arbeidshygiënische strategie (infographic). Begin met het periodiek meten van werkdruk en koppel de uitkomsten aan verzuim- en verloopcijfers. Zet ook in op voldoende herstelmomenten, het verlagen van regeldruk, het aanbieden van scholing en het structureel bespreekbaar maken van werkdruk in gesprekken en in het PAGO of PMO. Specifieke maatregelen neem je vervolgens op in de risico-inventarisatie en -evaluatie en in het plan van aanpak.