Nieuwe grenswaarden voor lood en diisocyanaten in 2026

De grenswaarden voor blootstelling aan lood en diisocyanaten worden de komende jaren fors aangescherpt. Dat blijkt uit een wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling die het ministerie van SZW heeft gepubliceerd in de Staatscourant. De eerste aanpassingen gelden vanaf 9 april 2026, met een tweede verlaging per 1 januari 2029.

De biologische grenswaarde voor lood in bloed daalt van 70 naar 30 microgram per 100 milliliter bloed, en in 2029 verder naar 15 microgram. Ook de luchtgrenswaarde gaat fors omlaag: van 100 naar 20 microgram per kubieke meter lucht. Lood kom je nog regelmatig tegen in onder andere de metaal- en batterijindustrie, sloop- en recyclingbedrijven en de scheepsbouw.

Blootstelling aan lood en diisocyanaten voor bijna 400.000 werknemers

Ook voor diisocyanaten – chemische stoffen die worden gebruikt in onder meer bouwschuimen, coatings, lijmen en lakken – zijn nieuwe wettelijke grenswaarden vastgesteld. Blootstelling aan deze stoffen kan leiden tot luchtwegklachten en allergieën. In Nederland geldt voor ongeveer 230.000 werknemers een mogelijke blootstelling aan lood. Bij diisocyanaten gaat het om ongeveer 161.000 werknemers.

Overgangsperiode om aan grenswaarden te voldoen

Werkgevers krijgen een overgangsperiode om processen, ventilatievoorzieningen en persoonlijke beschermingsmiddelen (tool) aan te passen. De eerste nieuwe normen gelden vanaf april 2026, met een verdere aanscherping per 2029. Organisaties die met lood of diisocyanaten werken, doen er goed aan hun arbeidsomstandighedenbeleid, blootstellingsregistratie, RI&E (tool) en de samenwerking met de arbodienst alvast te herzien.