In 2017 al beginnen met sparen voor pensioen

Onlangs heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bevestigd dat de ingangsdatum van de aanvullende werkbonus wordt vervroegd van 2020 naar 2017. Deze bonus moet werknemers tussen 58 en 64 jaar met een laag inkomen ontzien bij de verhoging van de AOW-leeftijd naar 66 jaar in 2020 en naar 67 jaar in 2025. Met de aanvullende bonus kunnen deze werknemers sparen om toch op 65-jarige leeftijd met pensioen te gaan.

Een notitie van het Centraal Planbureau (CPB) laat zien dat de bonus via zogenoemde ingroei verloopt: in 2017 hebben alleen werknemers van 58 jaar recht op de bonus, in 2018 alleen werknemers van 58 en 59 jaar en in 2023 hebben alle 58- tot 64-jarigen recht op de aanvullende werkbonus. In totaal kunnen werknemers via de aanvullende werkbonus maximaal € 8.450 extra sparen. Samen met de ‘gewone’ werkbonus kan dit hun inkomensverlies beperken tot 3%.

Vitaliteitspakket niet voor iedereen voordelig

Uit de notitie blijkt verder dat het vitaliteitspakket nauwelijks invloed heeft op de arbeidsparticipatie van ouderen, terwijl het wel bedoeld is om de mobiliteit van oudere werknemers te vergroten. De vitaliteitsregeling is vooral voordelig voor zzp’ers die hierdoor een periode van inkomensachteruitgang kunnen opvangen.
Daarnaast noemt het CPB de haalbaarheid en de effectiviteit van intersectorale scholing twijfelachtig. Volgens het CPB is de prikkel voor een sector om werknemers om te scholen voor een andere sector te gering, omdat de sectoren hier zelf geen belang bij hebben. Vergeet niet om uw achterban op de hoogte te stellen van de spaaropties voor hun ‘oude dag’.