U bent hier

OR & Medezeggenschap
Anti-oppotbeding is niet rechtsgeldig

Anti-oppotbeding is niet rechtsgeldig

Veel werknemers houden ervan om hun vakantiedagen op te sparen om vervolgens lang op vakantie te kunnen. De meeste werkgevers willen dit voorkomen door een anti-oppotbeding op te nemen in de arbeidsovereenkomst. Maar dat is niet rechtsgeldig.

Er bestaat een verjaringstermijn van vakantiedagen van vijf jaar. Deze vijf jaar gaat in vanaf de laatste dag van het kalenderjaar waarin de vakantiedag is ontstaan. Dit betekent dat als een werknemer in de maand januari 2010 zijn vakantiedagen toegewezen krijgt, deze pas op 1 januari 2016 verjaren. In de wet staat beschreven dat de werkgever niet ten nadele van de werknemer mag afwijken van het verjaringstermijn. Dit betekent dat een anti-oppotbeding niet rechtsgeldig is.

Tegenstrijdig

Sommige bestuurder wijken toch wel eens van de wet af waardoor er verwarring ontstaat over wat wel en niet mag. Verschillende rechters hebben tegenstrijdig geoordeeld. In het ene geval wordt een anti-oppotbeding wel geaccepteerd en in het andere geval weer niet. Het blijft een grijs gebied en dus onduidelijk. U kunt zich beroepen op de verjaringsregel als er in de arbeidsovereenkomsten van uw organisatie een anti-oppotbeding is opgenomen. Uw bestuurder kan het wél opnemen in het contract omdat werknemers er dan rekening mee kunnen houden. In de praktijk zullen werknemers niet snel een gerechtelijke procedure starten vanwege de kosten en de onzekerheid in de rechtspraak. De uitspraken zijn tegenstrijdig en er is dus geen zekere uitkomst. Werknemers willen vaak geen risico nemen.

Zwak

Als uw bestuurder toch gebruikmaakt van een anti-oppotbeding, kan hij dit het beste melden bij de werknemers in kwestie. Wijst hij de werknemers namelijk niet op het beding en waarschuwt hij hen ook niet voor het vervallen van vakantiedagen, dan staat de werknemer in een gerechtelijke procedure erg sterk en de werkgever erg zwak.