Geen ontslag voor seksuele intimidatie
Een werkgever mag een werknemer niet zomaar op staande voet ontslaan. Uit recente rechtspraak bleek dat dit ook geldt als de werknemer wordt beschuldigd van seksuele intimidatie. De werkgever had de man eerder op zijn ongewenste gedrag en de bijbehorende consequenties moeten wijzen. Er was ook geen preventiebeleid of klachtenregeling in de organisatie, om het gedrag eerder te corrigeren.
Twee werkneemsters klaagden dat zij meerdere malen ongewenst op hun wang waren gezoend door hun mannelijke leidinggevende. Ook zou er sprake zijn van een kneep in de bil. Volgens het hof is het zoenen op de wang van ondergeschikten eigenlijk alleen geaccepteerd op reguliere verjaardagen, recepties en bijzondere gebeurtenissen; daarbuiten wordt het gezien als seksuele intimidatie, ook al had de leidinggevende geen seksuele intenties. Maar aangezien ontslag op staande voet wel de zwaarste oplossing was, moesten ook de ernst van de situatie, de duur en aard van de dienstbetrekking en de persoonlijke omstandigheden worden overwogen.
Werkgever had geen preventiebeleid
Het gerechtshof oordeelde dat de straf van ontslag op staande voet in dit geval te hoog was. Hierbij speelde mee dat de werkgever geen preventiebeleid of klachtenprotocol in de organisatie had. Verder werkte de leidinggevende al 15 jaar zonder problemen bij de organisatie. Ook had hij nog gewoon door kunnen werken als iemand anders zijn toezichthoudende taken met betrekking tot de klaagsters zou overnemen. Mede om deze redenen oordeelde het hof dat de werkgever de man niet had mogen ontslaan.
Voorkom seksuele intimidatie
Uw bestuurder moet er volgens de Arbowet alles aan doen om seksuele intimidatie te voorkomen. Dus is er binnen uw organisatie nog geen preventiebeleid of klachtenprotocol, dan is hier een taak voor uw OR weggelegd. Maak bijvoorbeeld gebruik van een initiatiefvoorstel om het onderwerp onder de aandacht van de bestuurder te brengen. Vergeet niet dat uw OR ook instemmingsrecht heeft; niet alleen bij het arbobeleid, maar ook bij wijzigingen op het gebied van de behandeling van klachten.
Gerechtshof Leeuwarden, 10 april 2012, LJN: BW1643