U bent hier

OR & Medezeggenschap
Inrichten medezeggenschap mag anders

Inrichten medezeggenschap mag anders

Uw bestuurder kan besluiten tot een andere inrichting van de medezeggenschap. Van de vele verschillende ondernemingsraden één grote OR maken bijvoorbeeld. Dat mag van de WOR, maar alleen onder heel strenge voorwaarden! Dat gebeurde ook onlangs bij HEMA en bij de GGZ Noord- en Midden Limburg.

Ontheffing krijgen van de regels voor het instellen van een ondernemingsraad? Dat kan, zo staat in Artikel 5 van de WOR. Wel is dan toestemming nodig van de SER. Bij overheidsorganisaties is toestemming nodig van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK). De voorwaarden liegen er niet om en zijn behoorlijk streng: 

  • De SER beslist pas als de vakbonden hun mening hebben gegeven. Dat geldt ook voor BZK. 
  • Er is slechts een ontheffing voor maximaal vijf jaar - daarna vindt een nieuwe beoordeling plaats.
  • Ontheffing is volgens de WOR alleen mogelijk als 'bijzondere omstandigheden een goede toepassing van deze wet in de betrokken onderneming in de weg staan'.

Dit laatste is belangrijk! Het komt erop neer dat de WOR en de inrichting van de OR een slechte medezeggenschap oplevert, dán mag er een andere vorm worden gekozen. Helemaal geen OR oprichten omdat er al een andere vorm van medezeggenschap is georganiseerd mag vrijwel nooit. De raad en eventuele onderdeelcommissies afwijkend samenstellen kan soms wel, op voorwaarde dat de kwaliteit van de medezeggenschap daar ook werkelijk bij gebaat is. Voldoet uw bestuurder aan de voorwaarden voor ontheffing, dan stelt de WOR gedetailleerde en strenge eisen aan consequente informatieverstrekking en raadpleging van de werknemers. Kortom, uw bestuurder moet echt een goede reden hebben om de medezeggenschap anders in te richten!