Lichte daling van OR-scholing in 2013

OR-leden volgden in 2013 minder scholing dan waarop zij wettelijk recht hebben. Hoewel er ten opzichte van 2012 een daling is te zien, is die niet groot. Tegen de verwachting in. Dat blijkt uit de kersverse resultaten van onderzoek van de Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM).

Uit het onderzoeksrapport (pdf) blijkt dat in 2013 75,3% van de OR’en collectief de hei op ging tegenover 78,0% in 2012. Voor individuele scholing kwamen die percentages uit op 34,0% in 2013 en 34,5% in 2012. Hoewel geluiden uit het trainingsveld suggereerden dat de OR-scholing tussen 2012 en 2013 drastisch terugliep (30% tot 40%), lijken de verschillen op basis van dit (deel van het) onderzoek klein.

OR-leden volgen minder scholing dan wettelijk recht

Verder blijkt uit het onderzoek dat OR-leden in 2012 gemiddeld 6,65 dagdelen collectieve scholing volgden tegenover gemiddeld 6,22 dagdelen in 2013 (daling van 6,5%). De OR-leden die zich individueel schoolden, zaten in 2012 gemiddeld 3,91 dagdelen en in 2013 gemiddeld 3,69 dagdelen in de schoolbanken (daling van 5,6%). Uitgaande van de vijf dagen scholing waarop een OR-lid per jaar recht heeft, betekent dit dat veel OR-leden zich minder laten scholen dan waar zij wettelijk recht op hebben. Een scholingsdag kan – op basis van de oude GBIO-richtlijnen voor scholing – uit maximaal drie dagdelen bestaan. Dit recht is verankerd in artikel 18 WOR.

Resultaten komen voort uit grootschalig onderzoek CBM

De resultaten vloeien voort uit een uitgebreid onderzoek van de CBM onder 1.158 OR-leden. De CBM zette dit onderzoek uit, omdat de WOR-heffing per 1 januari 2013 werd opgeheven en het OR-scholingsrecht in de Wet op de ondernemingsraden (WOR) per 19 juli 2013  werd versterkt. De CBM wilde weten welke invloed die ontwikkelingen hebben gehad op het scholingsgedrag van OR’en in het afgelopen jaar. In een apart onderzoek werden de scholingsinstituten ondervraagd. Zij spreken wél van een flinke daling. Hierover leest u meer in het bericht ‘Flinke daling OR-scholing volgens opleiders’.