U bent hier

OR & Medezeggenschap
OR heeft mogelijk stem bij transitievergoeding

OR heeft mogelijk stem bij transitievergoeding

Er is meer duidelijkheid over de kosten die werkgevers van de transitievergoeding mogen aftrekken. De werkgever moet in principe met de werknemer afspraken maken over het in mindering brengen van bepaalde kosten. Zijn dit soort afspraken in de cao of met de OR overeengekomen, dan hoeft de werknemer daarmee niet meer in te stemmen.

Per 1 juli 2015 moeten werkgevers een transitievergoeding betalen aan werknemers die na een dienstverband van twee jaar of langer uit dienst treden. Onlangs heeft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een ontwerpbesluit (pdf) laten weten welke kosten de werkgever precies op de transitievergoeding in mindering mag brengen:

  • Transitiekosten. Dit zijn de kosten die de werkgever maakt voor activiteiten en inspanningen bij (dreigend) ontslag. Hiermee probeert hij om de werknemer zo snel mogelijk aan nieuw werk te helpen. Denk aan scholingskosten, outplacementkosten of kosten voor een verlengde opzegtermijn.
  • Inzetbaarheidskosten. Hierbij gaat het om de kosten die de werkgever maakt om de werknemer tijdens het dienstverband te versterken in zijn brede inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Kosten voor specifieke scholing waarmee de werknemer zijn (toekomstige) functie binnen de organisatie beter kan uitvoeren, komen niet voor aftrek in aanmerking. Onder de inzetbaarheidskosten vallen bijvoorbeeld wel cursussen die gericht zijn op persoonlijke ontwikkeling of niet-werkgerelateerde (taal)cursussen. Deze kosten mogen uiterlijk vijf jaar vóór het einde van het dienstverband gemaakt zijn, tenzij de werkgever en de werknemer schriftelijk een andere periode overeenkomen.

OR en bestuurder maken afspraken over de transitievergoeding

Voordat de werkgever de kosten maakt, moet hij met de werknemer schriftelijk overeenkomen dat hij die kosten later met een eventuele transitievergoeding mag verrekenen. Deze schriftelijke overeenkomst moet de werkgever in het personeelsdossier opnemen. Het instemmingsvereiste van de werknemer vervalt als over de kosten afspraken zijn gemaakt tussen werkgevers- en werknemersverenigingen (bijvoorbeeld in de cao). Dit is ook het geval als de werkgever hierover afspraken heeft gemaakt met de OR.
Na de zomer stuurt minister Asscher het ontwerpbesluit voor advies naar de Raad van State.