OR-lid is beschermd tegen benadeling

‘Ik in de OR...? Nee bedankt, straks kost me dat nog mijn loopbaan!' Misschien heeft u deze reactie wel eens gehoord van mensen die u probeert te polsen voor het OR-lidmaatschap. Als u zoiets hoort, is het goed om te weten hoe het nu precies zit met benadeling en de rechten van OR-leden. Hun bescherming tegen ontslag en andere benadeling is beschreven in het Burgerlijk Wetboek en in de WOR.

Het is voor de bestuurder verboden om leden van de OR en vaste en onderdeelcommissies, inclusief de ambtelijk secretaris, te ontslaan, behalve als:

• De werknemer er zelf schriftelijk mee instemt.
• Ontslag moet plaatsvinden bij sluiting van het bedrijf(sonderdeel) waar een OR-lid werkzaam is.
• Als er sprake is van een dringende reden, zoals diefstal of mishandeling.

Leden van een voorbereidingscommissie, oud-leden van OR of vaste of onderdeelcommissie en personen op een kandidatenlijst, mogen niet ontslagen worden zonder dat de kantonrechter heeft getoetst of er een verband is tussen het medezeggenschapswerk en de ontslagaanvraag. Het is aan uw bestuurder om aan te tonen dat dit verband er niet is.

Beschermd tegen benadeling

Naast de hiervoor beschreven ontslagrechten, is iedereen die lid, kandidaat of ambtelijk secretaris is geweest van een OR(-commissie) beschermd tegen benadeling als gevolg van zijn medezeggenschapswerk of -initiatieven. Is er wel sprake van benadeling, dan kan dit na bemiddeling door de bedrijfscommissie worden voorgelegd aan de kantonrechter. Een paar tips om benadeling voor te zijn:

• Maak goede afspraken over de uren die u besteedt aan OR-werk.
• Communiceer duidelijk aan bestuurder, directleidinggevenden en achterban wat uw OR doet en beoogt.
• Maak specifieke afspraken over de bescherming tegen benadeling van medezeggenschappers in de organisatie in een convenant.