U bent hier

OR & Medezeggenschap
Pensioenopbouw tot 1,85% met spaaroptie

Pensioenopbouw tot 1,85% met spaaroptie

Door middel van een extra spaarmogelijkheid kunnen werknemers hun pensioen straks aanvullen tot 1,85% van het brutoloon in plaats van de 1,75% die het kabinet eerder had voorgesteld. Nu mogen werknemers nog 2,25% belastingvrij sparen. De verlaging van het percentage komt doordat de pensioenwetgeving niet meer aansluit op de werkelijkheid: werknemers werken tegenwoordig langer door en hebben een hogere levensverwachting.

De sociale partners konden tot 1 juni 2013 met andere ideeën komen voor de voorgestelde aanpassing naar 1,75%. In dat kader is onlangs een extra spaarfaciliteit gepresenteerd die het mogelijk moet maken om het pensioen vanuit het nettoloon aan te vullen. Werknemers kunnen hun pensioen (middelloonregeling) aanvullen tot 1,85% (in plaats van 1,75%) van hun brutoloon. Die aanvulling sparen zij vanuit hun nettoloon. Voor het deel van het jaarloon boven de € 100.000 – waarvoor straks geen fiscaal vriendelijke opbouwmogelijkheden meer bestaan – geldt dat werknemers 1,85% van hun brutoloon mogen sparen. Dit gaat dan wel volledig van hun nettoloon af.

Twee regelingen door spaarmogelijkheid

Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft de Tweede Kamer over de aanvulling op de voorgestelde aanpassing van het Witteveenkader (pdf) geïnformeerd. Hij wil het aanvullende plan nog voor het zomerreces verder uitwerken, zodat het kan worden toegevoegd aan het wetsvoorstel Witteveen 2015 dat nu bij de Tweede Kamer ligt. Daarmee moet de praktische invulling duidelijker worden. Omdat de uitkering van pensioen via de werkgever belast is – en de aanvullende spaarfaciliteit onbelast uitgekeerd kan worden – moeten er namelijk twee afzonderlijke regelingen komen.

In 40 jaar 70% van het gemiddelde loon opbouwen

In het bericht ‘Lagere opbouw voor een pensioenuitkering’ kunt u lezen dat de mogelijkheden voor het opbouwen van pensioen via de werkgever worden aangepast zodat het stelsel aansluit bij de situatie waarin werknemers een steeds hogere levensverwachting hebben. Voor middelloonregelingen gaat bijvoorbeeld gelden dat werknemers in 40 jaar een pensioen moeten kunnen opbouwen van maximaal 70% van het gemiddelde loon. Dat komt overeen met een maximaal opbouwpercentage van 1,75% per jaar. Nu is dat nog 2,25%.