U bent hier

Onderneming & Arbo
Bedenktermijn voor werknemers bij ontslag

Bedenktermijn voor werknemers bij ontslag

Een werknemer heeft vanaf 1 juli 2015 een bedenktermijn van twee weken nadat hij een vaststellingsovereenkomst heeft ondertekend. Binnen die periode mag hij zijn eerdere instemming met het ontslag intrekken. Als werkgever bent u verplicht om de medewerker op dit recht te wijzen.

De bedenktermijn van twee weken is het resultaat van een amendement dat is ingediend bij de Wet werk en zekerheid, die onlangs is goedgekeurd door de Tweede Kamer. Als de Eerste Kamer ook met de plannen instemt, gaat het ontslagrecht per 1 juli 2015 op de schop. Eén van de maatregelen is dat een medewerker na ontslag met wederzijds goedvinden straks twee weken de tijd heeft om – zonder opgaaf van reden – van het ontslag terug te komen. U moet uw medewerker binnen twee werkdagen na het tekenen van de vaststellingsovereenkomst op deze bedenktermijn wijzen. U kunt dit ook opnemen in de vaststellingsovereenkomst.

Binnen twee dagen op bedenktermijn wijzen

Als de werknemer schriftelijk heeft ingestemd met de opzegging, moet u hem ook binnen twee werkdagen op de bedenktermijn wijzen. Besluit een medewerker tijdens de bedenktijd dat hij toch bij uw organisatie wil blijven werken, dan kan hij de nietigheid van de vaststellingsovereenkomst inroepen. De afspraken in de vaststellingsovereenkomst zijn dan niet meer geldig. Vergeet u de medewerker te informeren over deze bedenktermijn, dan kan deze worden verlengd naar drie weken.