U bent hier

Onderneming & Arbo
Bestuurder en OR moeten beide waken voor risico werkdruk

Bestuurder en OR moeten beide waken voor risico werkdruk

De bestuurder en de ondernemingsraad (OR) moeten zich allebei inspannen om werkstress bij werknemers tegen te gaan. Werkdruk is één van de mogelijke oorzaken van werkstress. Wat is werkdruk, wat is werkstress en welke verplichtingen hebben de bestuurder en de OR om werkstress tegen te gaan?

Werkdruk is in de Arbowet opgenomen als één van de oorzaken van werkstress. Andere factoren die kunnen leiden tot werkstress zijn bijvoorbeeld discriminatie, seksuele intimidatie, agressie en geweld en pesten. In de Arbowet vallen deze factoren onder psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Werkdruk doet zich voor als een werknemer gedurende langere tijd niet of met moeite kan voldoen aan de taakeisen die horen bij zijn functie. Als hij lichamelijke, psychische of sociale gevolgen ervaart van werkdruk, is er sprake van werkstress. De ene werknemer loopt meer risico om gestrest te raken van werkdruk dan de andere. Dit hangt vooral af van de belastbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer.

Werkgever moet zorgen voor goede arbeidsomstandigheden

De werkgever moet ervoor zorgen dat werknemers veilig en gezond kunnen werken. Hij is verplicht om hiervoor beleid op te stellen en uit te voeren. Het voorkomen van PSA, en dus ook van een te hoge werkdruk, is hier een onderdeel van. Als de werkdruk een risico oplevert voor de veiligheid en gezondheid van werknemers, moet de werkgever dit vastleggen in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). De maatregelen om de risico’s van werkdruk te voorkomen of te beperken, moet hij opnemen in het bijbehorende plan van aanpak.

OR heeft belangrijke rol in arbobeleid

De Arbowet bepaalt dat de OR en de bestuurder moeten overleggen over het arbobeleid en de uitvoering ervan. Zij moeten hierbij actief informatie uitwisselen. Ook de Wet op de ondernemingsraden (WOR) geeft de OR taken bij het arbobeleid. Zo geeft artikel 27, lid 1d WOR de OR instemmingsrecht op ieder voorgenomen besluit dat betrekking heeft op een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden, het ziekteverzuim of het re-integratiebeleid. Dit betekent dat de OR instemmingsrecht heeft op het arbobeleid en op het opstellen en uitvoeren van de RI&E. Artikel 28, lid 1 WOR geeft de OR de taak om toe te zien op goede arbeidsomstandigheden. De OR moet dus actief nagaan of werkdruk een probleem is bij de achterban.