U bent hier

Onderneming & Arbo
Kamer twijfelt over Wet flexibel werken

Kamer twijfelt over Wet flexibel werken

In de Tweede Kamer heerst verdeeldheid over de vraag of er een recht op flexibel werken in de wet moet worden opgenomen. Volgens sommige fracties is het beter om afspraken over flexibele werktijden en een flexibele werkplek in de cao te maken en niet in de wet. De Kamer wil ook meer duidelijkheid over wat precies onder een zwaarwegend bedrijfsbelang wordt verstaan.

Als er een recht op flexibel werken in de Wet aanpassing arbeidsduur wordt opgenomen – waarover u eerder heeft kunnen lezen in het bericht ‘Wettelijk recht om werk flexibel in te delen’ – kunt u als werkgever een verzoek van een medewerker om flexibel te werken alleen weigeren als u een zwaarwegend bedrijfsbelang heeft. Sommige fracties vinden dat het huidige initiatiefwetsvoorstel (pdf) van CDA en GroenLinks onvoldoende duidelijk maakt wanneer er sprake is van een zwaarwegend bedrijfsbelang.

Afspraken over flexibel werk in cao

Ook vinden sommige Kamerleden dat afspraken over flexibele werktijden en een flexibele werkplek in de cao thuishoren. Op die manier is er namelijk meer ruimte om de regeling af te stemmen op de bedrijfsomstandigheden in de sector. De initiatiefnemers hebben aangekondigd dat ze nog op de kritiek uit de Tweede Kamer zullen reageren.

Ieder jaar aanpassing arbeidsduur mogelijk

Het initiatiefwetsvoorstel wordt samen met het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden behandeld. Als er een wettelijk recht op flexibel werk komt, betekent dat onder meer dat:

  • medewerkers het recht krijgen om een verzoek in te dienen om te werken op specifieke werktijden en een zelf bepaalde werkplaats. Een werkgever kan dit verzoek vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen afwijzen, maar moet dat wel kunnen motiveren. Op dit moment kunnen werknemers wel een verzoek indienen voor een aanpassing van hun arbeidsduur (bijvoorbeeld per week), maar niet voor het aanpassen van de werktijden (per dag);
  • medewerkers het recht krijgen om één keer in het jaar een verzoek in te dienen voor de aanpassing van hun arbeidsduur. Op dit moment mag dit slechts één keer in de twee jaar;
  • medewerkers na 26 weken dienstverband al een verzoek kunnen indienen bij hun werkgever voor aanpassing van de arbeidsduur. Op dit moment hebben zij dit recht pas na één jaar dienstverband;
  • medewerkers een verzoek voor aanpassing van hun arbeidsduur uiterlijk twee maanden van tevoren kunnen indienen bij hun werkgever. Op dit moment is deze termijn nog vier maanden.