U bent hier

Onderneming & Arbo
Niet meer oproepen is nog geen opzegging

Niet meer oproepen is nog geen opzegging

Als u niet genoeg werk heeft voor een oproepkracht met een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht, is het onvoldoende om hem een brief te sturen waarin u aangeeft dat hij niet meer hoeft te komen. U moet het dienstverband van de oproepkracht ook nog officieel beëindigen. Houdt u zich niet aan die regels, dan kan dit veel geld kosten.

Een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht (mup) legt niet alleen de oproepkracht de plicht op om gehoor te geven aan een oproep. Als werkgever bent u ook verplicht om de oproepkracht op te roepen. Als u dit niet kunt waarmaken, moet u het dienstverband officieel beëindigen. Een oproepkracht stapte onlangs naar de rechter omdat haar werkgever haar per brief had laten weten dat zij niet meer zou worden opgeroepen. Volgens de vrouw moest het feit dat zij niet meer werd opgeroepen, worden uitgelegd als ontslag. 

Verplichting tot oproepen

De werkgever was van mening dat er geen sprake was van ontslag maar simpelweg van niet meer oproepen. Daar was de kantonrechter het niet mee eens. De oproepovereenkomst voldeed aan de eisen van een mup. In de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd stond dat de werkgever de oproepkracht moest oproepen ter vervanging bij ziekte, verlof of vakantie van vaste krachten. Ook was de oproepkracht verplicht om gehoor te geven aan deze oproepen. Bovendien had de vrouw ten minste drie maanden gemiddeld meer dan twintig uur per week gewerkt, waardoor zij zich kon beroepen op het bestaan van een arbeidsovereenkomst. 

Eenzijdige beëindiging

Dat de vrouw niet meer werd opgeroepen, moest volgens de kantonrechter worden opgevat als een eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst, ook al had de werkgever het in de brief niet letterlijk over ‘opzegging’ gehad. Omdat de werkgever geen ontslagvergunning had aangevraagd bij UWV WERKbedrijf en zich niet aan de opzegtermijn had gehouden, was dit ontslag onregelmatig. De vrouw had daarom niet alleen recht op uitbetaling van achterstallig loon, vakantiebijslag, ziekengeld, niet-genoten vakantie-uren en haar eindejaarsuitkering, maar kreeg ook nog een schadevergoeding toegekend.
Kantonrechter Nijmegen, 29 april 2011, LJN: BR1691