U bent hier

Onderneming & Arbo
Ook bij tijdelijk contract transitievergoeding

Ook bij tijdelijk contract transitievergoeding

De Wet werk en zekerheid is op 29 november 2013 bij de Tweede Kamer ingediend. Met de publicatie van de tekst van het wetsvoorstel is er ook meer bekend geworden over de transitievergoeding bij ontslag. Een werknemer komt voor zo’n vergoeding in aanmerking bij een dienstverband van twee jaar of langer.

Met ingang van 1 juli 2015 wordt het ontslagrecht hervormd. Het wetsvoorstel werk en zekerheid (pdf) dat dit regelt, bepaalt onder meer dat de huidige ontslagvergoeding wordt vervangen door een transitievergoeding. Een medewerker heeft recht op een transitievergoeding als de werkgever:

  • de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd via UWV;
  • de arbeidsovereenkomst heeft laten ontbinden door de kantonrechter;
  • een tijdelijke arbeidsovereenkomst niet verlengt (na twee jaar dienstverband).

Ook tijdelijke medewerker recht op transitievergoeding

De medewerker kan de transitievergoeding gebruiken voor scholing, outplacement of andere werk-naar-werktrajecten. Iedere medewerker met een dienstverband dat twee jaar of langer heeft geduurd, komt straks voor een transitievergoeding in aanmerking. Ook medewerkers met een tijdelijk contract dat na een dienstverband van twee jaar niet wordt verlengd, hebben recht op de vergoeding.

Transitievergoeding is gemaximeerd

De transitievergoeding bedraagt één derde van het maandsalaris per gewerkt jaar voor de eerste tien jaren dat de medewerker in dienst is geweest. Is hij meer dan tien jaar in dienst geweest, dan krijgt hij voor de jaren na zijn tiende dienstjaar een half maandsalaris per gewerkt jaar. De hoogte van de ontslagvergoeding is gemaximeerd op € 75.000 of een jaarsalaris als dat hoger is dan dit bedrag.
Tot 1 januari 2020 geldt een overgangsregeling voor werknemers die 50 jaar of ouder zijn. Voor hen bedraagt de hoogte van de transitievergoeding voor de jaren na hun 50ste één maandsalaris per gewerkt jaar. Zij moeten dan wel tien jaar of meer in dienst zijn geweest. Kleine werkgevers (met 25 werknemers of minder) worden uitgesloten van deze overgangsregeling.