U bent hier

Onderneming & Arbo
Overgangsrecht levensloopregeling blijft nog

Overgangsrecht levensloopregeling blijft nog

De overgangsregeling voor substantiële spaarders in de levensloopregeling blijft voorlopig bestaan, ook nu het vitaliteitssparen niet wordt ingevoerd. Dat heeft de inmiddels voormalig staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in een brief aan de Tweede Kamer laten weten.

De overgangsregeling is bedoeld voor werknemers die op 31 december 2011 een levenslooptegoed van ten minste € 3.000 hadden. Zij kunnen blijven inleggen op de levensloopregeling, maar bouwen sinds dit jaar geen levensloopverlofkorting meer op. Voor nieuwe spaarders is de levensloopregeling inmiddels gesloten. Voor werknemers die op 31 december 2011 een levenslooptegoed van minder dan € 3.000 hadden, vallen de aanspraken op 1 januari 2013 vrij. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de in voorgaande jaren opgebouwde levensloopverlofkorting.

Opnamemogelijkheden voor levensloop verruimen

Nu het vitaliteitssparen niet wordt ingevoerd, kunnen substantiële spaarders in de levensloopregeling hun levenslooptegoed niet doorstorten naar vitaliteitssparen. Op verzoek van de Tweede Kamer onderzoekt de staatssecretaris van SZW daarom of de opnamemogelijkheden kunnen worden verruimd voor werknemers die nog wel kunnen sparen in de levensloopregeling. De levensloopregeling kan namelijk alleen voor verlof worden gebruikt, terwijl het tegoed uit vitaliteitssparen bestedingsvrij zou worden.

Levenslooptegoed bestedingsvrij opnemen

Een mogelijkheid zou zijn om substantiële spaarders (die op 31 december 2011 een tegoed van minimaal € 3.000 hadden) de keuze te geven om hun aanspraken inclusief opgebouwde levensloopverlofkorting eenmalig in één bedrag bestedingsvrij op te nemen. Over het opgenomen bedrag moeten ze dan belasting betalen. Als het bedrag eenmaal is opgenomen, zou inleg van nieuwe bedragen niet meer kunnen.
De staatssecretaris onderzoekt ook de fiscale mogelijkheden om opname van het tegoed extra aantrekkelijk te maken. Opname tegen een lager tarief heeft bijvoorbeeld als nadeel dat werknemers die hun aanspraken in de vorm van verlof opnemen, fiscaal worden benadeeld ten opzichte van werknemers die de mogelijkheid zouden krijgen het tegoed bestedingsvrij op te nemen (wat in principe in strijd is met de oorspronkelijke bedoeling van de levensloopregeling).

Mogelijke beperking van inleg in levensloop

Ook is het volgens de staatssecretaris steeds minder goed uit te leggen dat de spaarders die op 31 december 2011 een tegoed van ten minste € 3.000 hadden, onbeperkt kunnen blijven doorgaan met sparen nu de spaarloonregeling is afgeschaft, de levensloopregeling voor nieuwe spaarders is gesloten en het vitaliteitssparen niet wordt ingevoerd. Mogelijk wordt inleggen voor deze spaarders op termijn dus ook beperkt of zelfs afgeschaft.