U bent hier

Onderneming & Arbo
Reguliere duur proefplaatsing verkort

Reguliere duur proefplaatsing verkort

Vraagt u vanaf volgend jaar een proefplaatsing aan voor een voormalig uitkeringsgerechtigde, dan zal UWV meestal toestemming verlenen voor de duur van twee maanden. Gaat het om een arbeidsgehandicapte of zieke werknemer waarvan de situatie instabiel is, dan kan UWV de proefplaatsing verlengen tot maximaal zes maanden.

Tijdens een proefplaatsing kan een voormalig uitkeringsgerechtigde voor uw organisatie komen werken met behoud van een uitkering. U hoeft in die periode dus geen loon door te betalen. In het bericht ‘Wat verandert er voor u in 2013’ heeft u eerder kunnen lezen dat de maximale duur van de proefplaatsing volgend jaar wordt verlengd van drie naar zes maanden. Dit is het gevolg van de wijziging van de Ziektewet. UWV heeft echter laten weten dat de duur van de proefplaatsing meestal twee maanden zal zijn.

Proefplaatsing duurt nooit langer dan zes maanden

Als een werknemer (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is, kan zijn gezondheidssituatie in die periode misschien nog wat instabiel zijn. Is de periode te kort om een beeld te krijgen van de capaciteiten van de voormalig uitkeringsgerechtigde, dan kunt u een verzoek indienen bij UWV om de proefplaatsing te verlengen. UWV beoordeelt dan of de verlenging van de proefplaatsing terecht is. Zij zal de proefplaatsing nooit langer dan zes maanden laten duren. De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de proefplaatsing vindt u op de website van UWV.

Verlenging proefplaatsing geldt niet voor werkloze

Voor een voormalig werkloze geldt de verlenging van de proefplaatsing niet. Voor hen duurt een proefplaatsing dus altijd twee maanden. Ook kunt u een voormalig werkloze alleen een proefplaatsing aanbieden als hij minimaal drie maanden geen werk heeft. Ook moet UWV de mogelijkheden om weer een nieuwe baan te vinden als beperkt beschouwen. Deze voorwaarden vervallen als de werknemer jonger is dan 27 jaar en geen startkwalificatie heeft. Ook gelden deze voorwaarden niet als de werknemer vóór zijn WW-uitkering een WAO-,WIA, WAZ, Wajong of Ziektewetuitkering had en vervolgens zijn oude functie niet meer kan hervatten.