4. Inhoud van de statuten van een vereniging
Uw vereniging moet bepaalde zaken opnemen in de statuten. In de wet staat aangegeven welke zaken dat zijn (zie hoofdstuk 3). Dit zijn zogenoemde ‘dwingendrechtelijke regels’. Daarnaast zijn er punten die u mag opnemen in de statuten. Van deze regels van ‘aanvullend recht’ mag u afwijken in de statuten. Welke regels kunt u allemaal opnemen in de statuten?
organen
Een vereniging bestaat uit verschillende organen. Organen zijn onderdelen van een vereniging met bepaalde juridische bevoegdheden en verplichtingen. De wet bepaalt dat een vereniging in ieder geval uit de volgende organen bestaat:
- bestuur: dit orgaan bestuurt en vertegenwoordigt de vereniging (zie paragraaf 4.1);
- algemene vergadering: dit orgaan bestaat uit leden of afgevaardigden van de leden (zie paragraaf 4.2).
Behalve de genoemde organen, mag een vereniging ook andere – niet verplichte – organen hebben. Organen die u regelmatig tegenkomt in statuten zijn: het dagelijks bestuur of een commissie van advies.
Bevoegdheden
belast met besturen
Uw vereniging moet zich aan een aantal regels houden bij het toekennen van bepaalde bevoegdheden aan een orgaan. De eerste regel is dat het bestuur belast is met het besturen van een vereniging, ’behoudens beperkingen volgens de statuten’. Dit betekent dat u de in de statuten opgenomen taken en bevoegdheden van het bestuur mag toebedelen aan een ander orgaan.
Niet alle bevoegdheden mag u bij een ander orgaan neerleggen. Het bestuur moet nog wel in staat zijn diens taak uit te oefenen.
Dwingend
algemene vergadering
De tweede regel is dat de wet bepaalde taken en bevoegdheden dwingend aan de algemene vergadering geeft; daar mag uw vereniging dus niet van afwijken. Deze dwingende bevoegdheden zijn bijvoorbeeld het wijzigen van de statuten en het ontbinden van de vereniging.
De regels voor de organen, de taken en bevoegdheden van de organen en de interne samenwerking tussen organen zijn opgenomen in de wet en de statuten. In reglementen kunt u ook regels vastleggen.