Bovengrens LIV in 2017 naar 125% minimumloon

In het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2017 staat dat de bovengrens voor het lage-inkomensvoordeel in 2017 niet bij 120% van het wettelijk minimumloon zal liggen, maar bij 125%. Dat is het geval, omdat er gerekend gaat worden met een 40-urige werkweek.

Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is een onderdeel van de Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) en regelt dat werkgevers vanaf 1 januari 2017 een vaste tegemoetkoming per uur krijgen voor werknemers die minimaal 100% en maximaal 120% van het wettelijk minimumloon verdienen. In het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2017 (pdf) wordt de bovengrens voor het LIV opgerekt naar 125% van het wettelijk minimumloon.

40 uur is het uitgangspunt

De reden voor de voorgestelde wijziging is dat er straks niet – zoals eerder besloten – wordt uitgegaan van een 38-urige werkweek, maar van een 40-urige. Als 38 uur het uitgangspunt zou zijn, zouden ongeveer 30.000 werknemers die meer dan 38 uur per werken en daarvoor het minimumloon krijgen, niet in aanmerking komen voor het LIV (tool). Hun gemiddelde uurloon zou dan namelijk onder de ondergrens komen zoals die in de WTL staat. De genoemde ondergrens zou voor de tweede helft van 2016 namelijk € 9,34 per uur bedragen, terwijl een werknemer die 40 uur per week werkt, per uur maar € 8,87 verdient.

Wijzigingen nog niet definitief

Pas als de Tweede en Eerste Kamer ingestemd hebben met het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2017, is zeker dat de wijzigingen aan het LIV ook echt ingaan per 1 januari 2017. Dat geldt ook voor de andere wijzigingen die in de Verzamelwet 2017 staan.