Dwarsliggende werknemer verlengt loonsanctie

Doet u niets als werknemers niet bereid zijn mee te werken aan het re-integratietraject, dan kan de UWV een loonsanctie opleggen. U moet de werknemer dan langer loon doorbetalen. Legt de UWV een loonsanctie op, dan geven zij aan wat uw onderneming kan doen om de re-integratie te verbeteren.

Volgt u deze eisen op, dan kunt u een verzoek indienen om de periode van de loonsanctie te verkorten. In dit verzoek meldt u wat u concreet heeft gedaan om de re-integratie vlot te trekken, door bijvoorbeeld de werknemer alsnog intern te laten re-integreren. U krijgt dan binnen drie weken na ontvangst van het verzoek een beschikking of de tekortkoming is hersteld. De loonsanctie eindigt vervolgens zes weken na ontvangst van deze beschikking. Overigens kunt u een dwarsliggende werknemer door middel van een loonstop dwingen om mee te werken aan zijn re-integratietraject. Verschilt u van mening met de werknemer over zijn re-integratie, dan kunt u ook een deskundigenoordeel aanvragen bij UWV.

Onvoldoende ingespannen

UWV legt een loonsanctie op als uw onderneming zich onvoldoende heeft ingespannen voor de re-integratie van een zieke werknemer. Bij ernstige nalatigheid kunt u zelfs verplicht worden om maximaal 52 weken langer het loon van de zieke werknemer door te betalen. Een loonsanctie wordt vaak opgelegd omdat uw onderneming niet doortastend handelt of te laat ingrijpt:

  • U wacht alleen de uitkomst van een medische behandeling af, zonder in de tussentijd uit te kijken naar alternatieven om de zieke werknemer weer aan het werk te krijgen.
  • U vraagt na een vage indicatie van de bedrijfsarts niet goed door op welke termijn een zieke werknemer wel weer aan het werk kan.
  • U treedt niet op als een zieke werknemer het re-integratietraject saboteert.
  • U vult - ondanks een berisping - een onvolledig re-integratieverslag niet aan.