Fouten in administratie hebben grote gevolgen

U bent nauw betrokken bij het voeren van de financiële administratie binnen uw onderneming. Als de fiscus bij een boekenonderzoek constateert dat uw administratie onjuist is gevoerd, kunnen de consequenties aanzienlijk zijn. En dat is zuur als blijkt dat de fouten te wijten zijn aan één slordige werknemer.

Onlangs concludeerde de Belastingdienst na een boekenonderzoek dat een onderneming veel te weinig BTW had aangegeven en loonheffingen had afgedragen. De situatie was ontstaan omdat een werknemer van de financiële afdeling erg slordig met financiële administratie was omgegaan. Hij had het boekhoudprogramma niet onder de knie en had dan ook vergissingen gemaakt bij het inboeken van de administratie. Toen de onderneming de door de inspecteur opgelegde naheffingsaanslag vervolgens niet betaalde, werd de ondernemer voor het openstaande bedrag aansprakelijk gesteld.

Administratie niet opzettelijk een zooitje

De ondernemer bepleitte dat zijn werknemer weliswaar een zooitje van de administratie had gemaakt, maar dat dit hem niet persoonlijk viel te verwijten. Er was immers geen sprake van opzet; de onderneming had te goeder trouw op basis van de administratie haar aangiftes gedaan. Ook de accountant had de fouten niet opgemerkt en de gegevens gewoon verwerkt in de jaarrekening. De ondernemer gaf bovendien aan zich niet met de financiën bezig te houden, hij was zelf dus niet in staat te achterhalen wat er mis gegaan was.

Ondernemer moet toezien op controle administratie

Dat uw onderneming de financiële administratie serieus moet nemen, blijkt wel uit het oordeel van de rechter in deze zaak. Hij stelde dat de ondernemer had moeten toezien op een controle van de administratie omdat de onderneming zonder tussenkomst van een accountant haar administratie voerde en op basis hiervan haar BTW-aangiften indiende. Dat de verantwoordelijke werknemer er een potje van gemaakt had en de accountant de onjuistheden niet had opgemerkt, ontsloeg de ondernemer niet van zijn verantwoordelijkheid. De inspecteur had dus terecht geconcludeerd dat de te lage aangiftes te wijten waren aan de grove schuld van de onderneming.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28 mei 2014, ECLI (verkort): 3822