Geen eindheffing bij verlengde VUT-regeling

U moet voor werknemers met een regeling voor vervroegd uittreden (VUT-regeling) een eindheffing van 52% inhouden over de uitkeringen en premies. Deze heffing houdt u dus niet in op het loon van de werknemer, maar komt volledig voor rekening van uw onderneming.

De VUT-regeling van de werknemer gaat niet oneindig door, maar eindigde meestal op 65 jaar. De overheid heeft echter besloten om de AOW-gerechtigde leeftijd de komende jaren langzaam te verhogen. De gevolgen hiervan zijn dat een werknemer van een VUT-regeling in de periode van 65 jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd geen inkomen heeft. Door de VUT-uitkering te verlengen tot de AOW-gerechtigde leeftijd is dit probleem op te lossen. Recent heeft staatssecretaris Weekers van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer (pdf) aangegeven dat de eindheffing straks niet meer geldt bij een verlenging van de VUT-regeling.

Totale som van de uitkering moet gelijk blijven

Belangrijke voorwaarde is dan wel dat u door de verlenging niet de totale som van de uitkering verhoogt. Dit houdt in dat de uitkering lager moet zijn bij een langere periode van uitkeren. De hoogte van de uitkering moet u dan opnieuw actuarieel herrekenen, zodat de totale som van de uitkering gelijk blijft.