Gehandicapte moet vanuit huis kunnen werken

Heeft een werknemer in uw organisatie een handicap of chronische ziekte, dan is uw werkgever verplicht om doeltreffende aanpassingen te maken zodat de werknemer zijn functie kan blijven behouden. Als het geen problemen oplevert voor het uitvoeren van de functie, kan dit betekenen dat de werknemer zijn werk vanuit huis moet kunnen doen. Dit blijkt uit een oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB).

In de zaak kreeg een medewerkster communicatie in 2008 een ongeval waaraan zij knieproblemen overhield. De klachten verergerden als ze lang in dezelfde houding zat en door het reizen van haar huis naar het werk. In overleg met haar leidinggevende besloot de werkneemster dan ook om een aantal uren in de week thuis te werken. Ruim een jaar later trok haar leidinggevende dit verzoek in en werd de werkneemster weer verplicht om al haar werkuren naar kantoor te komen. Volgens de werkgever kon de vrouw doordat zij thuis werkte bepaalde taken niet uitvoeren. Er was sinds het ongeval sprake van een aangepaste functie. Ook vond de werkgever dat de werkneemster al enige tijd niet goed functioneerde.

Verboden onderscheid op grond van handicap

De commissie oordeelde dat de werkgever een verboden onderscheid had gemaakt op grond van de handicap van de werkneemster. Uit schriftelijke stukken – waaronder een verslag van het functioneringsgesprek – bleek namelijk niet dat de werkneemster in de tijd dat zij thuis werkte bepaalde taken niet kon verrichten of niet goed functioneerde. Ook kon de werkgever niet bewijzen dat het thuiswerken onevenredig belastend was voor de organisatie. Daarnaast heeft de werkgever niet voldoende onderzocht welke aanpassingen hij zou kunnen maken om de werkneemster tegemoet te komen. Volgens CGB had de werkgever de toestemming om thuis te werken dan ook ten onrechte ingetrokken.
Commissie Gelijke Behandeling, 26 januari 2012, 2012-17