Loondoorbetaling bij veel sportblessures

Meestal stimuleren werkgevers hun werknemers om te sporten. Werknemers die sporten zijn namelijk productiever en minder vaak ziek. Maar een werkgever zal toch zijn bedenkingen krijgen als een werknemer zich regelmatig ziek meldt vanwege sportblessures. En wat als een werknemer graag risicovolle sporten zoals parachutespringen of motorcross beoefent?

Werkgevers willen het ziekteverzuim zo veel mogelijk beperken, maar aan verzuim als gevolg van een (gevaarlijke) sport kunnen zij weinig doen. Loopt een werknemer een sportblessure op, dan mag hij zich namelijk gewoon ziekmelden. De werkgever moet dit ziekteverzuim net als elke andere ziekmelding behandelen. Alle regels op het gebied van verzuim en re-integratie zijn daarbij van toepassing en dat betekent dat de werkgever moet voldoen aan zijn loondoorbetalingsplicht tijdens ziekte. Ook bij werknemers die zich regelmatig ziekmelden vanwege ernstige sportblessures moet de werkgever het loon doorbetalen en mag hij de werknemer niet ontslaan.

Werknemer veroorzaakt ziekte met opzet

Een werkgever mag de werknemer wel verzoeken om met die sport te stoppen. Ook mag hij een inschatting maken van het risico op blessures door in de sollicitatieprocedure te vragen naar de hobby’s van de werknemer.
Een werkgever mag de loondoorbetaling alleen stoppen als een werknemer zijn ziekte met opzet heeft veroorzaakt. Het ondernemen van een risicovolle activiteit is echter niet voldoende om te spreken van opzet. Ook in de rechtszaal blijkt dit lastig te bewijzen. Rechters oordeelden eerder bijvoorbeeld dat er bij een mislukte cosmetische ingreep of parachutesprong geen opzet in het spel was. De werknemer had hierbij namelijk niet als doel om ziek te worden. Bij een werknemer die zichzelf opzettelijk (tijdelijk) arbeidsongeschikt maakt om zo ziekengeld op te kunnen strijken, zou er wel sprake zijn van opzet. Ook dit is echter moeilijk aan te tonen.