Loonheffingen berekenen rond de AOW-leeftijd

In het Handboek Loonheffingen 2016 is opgenomen hoe de werkgever de loonheffingen moet behandelen voor werknemers die de AOW-leeftijd bereiken. Daarbij is van belang of ze na die datum doorwerken of niet.

Dit jaar ligt de AOW-gerechtigde leeftijd (tool) op 65 jaar en zes maanden. Werknemers blijven dus in elk geval verzekerd voor de volksverzekeringen, werknemersverzekeringen en Zorgverzekeringswet (ZVW) totdat zij 65 jaar en zes maanden oud zijn. Zo bereikt een werknemer die op 29 februari 2016 65 jaar wordt, op 29 augustus 2016 de AOW-leeftijd. Vanaf precies die datum heeft hij ook recht op een AOW-uitkering.

Premies afdragen

Volgens het Handboek Loonheffingen 2016 (tool) moet de werkgever voor deze werknemer premies afdragen voor de AOW, WW, WAO en WIA tot en met 31 juli 2016. De werknemer blijft verzekerd voor deze verzekeringen tot en met 28 augustus 2016.
Als de werknemer na het bereiken van de AOW-leeftijd blijft werken (tools), blijft hij wel verzekerd voor de Ziektewet, maar daar hoeft de werkgever geen premies werknemersverzekeringen voor te betalen. De werkgever blijft voor doorwerkende AOW’ers wel een deel van de premie volksverzekeringen inhouden en afdragen. Hij gebruikt voor de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen vanaf 1 augustus de aparte kolom 'AOW-leeftijd en ouder' van de loonbelastingtabellen.

ZVW tot einde dienstbetrekking

De werkgeversheffing ZVW moet de werkgever blijven betalen tot aan de datum van het einde van de dienstbetrekking. Deze bijdrage blijft dus ook verschuldigd als de werknemer na het bereiken van de AOW-leeftijd doorwerkt.