Maximaal kwart minimumloon voor huisvesting

Werkgevers mogen vanaf 1 januari 2017 nog maar maximaal een kwart van het wettelijk minimumloon van het loon van arbeidsmigranten aftrekken voor de kosten van huisvesting. Deze maatregel maakt deel uit van de Wet aanpak schijnconstructies (WAS).

Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer laten weten dat er per 1 januari 2017 nieuwe regels komen voor de kosten van het huisvesten van werknemers. Per die datum mogen werkgevers namelijk nog maar maximaal een kwart van het wettelijk minimumloon (tools) inhouden op het salaris van de werknemers voor hun huisvesting. De maatregel hoort bij de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) en is bedoeld om misbruik van werknemers te ontmoedigen.

Ook maximum voor zorgverzekeringspremie

Eerder werd al bekend dat het verbod op inhoudingen onder de WAS uitgesteld is tot 1 januari 2017 en dat er uitzonderingen op gaan gelden. Vanaf die datum mogen werkgevers alleen nog bepaalde kosten verrekenen met het loon van de werknemer:

  • huisvestingskosten;
  • kosten voor energie en water;
  • zorgverzekeringspremie.

Voor huisvesting is dus een maximum bepaald van 25% van het minimumloon inclusief het voorschot aan de energieleverancier. Voor de zorgverzekeringspremie geldt een maximum van de gemiddelde geraamde premie van volgend jaar. Die is dit jaar € 1.243, iets meer dan € 103 per maand.

Uitzondering voor arbeidsbeperkte werknemers

Voor de doelgroep van de banenafspraak geldt een uitzondering: werkgevers mogen voor deze werknemers alle huisvestingskosten en zorgverzekeringspremie rechtstreeks betalen aan de verhuurder, energieleverancier en zorgverzekering. Daarmee wil minister Asscher voorkomen dat deze groep werknemers in de problemen komt.