Recht op AOW-overbruggingsregeling versoepeld
Uit het sociaal akkoord blijkt dat VUT’ers en prepensioeners met een inkomen van minder dan 200% van het wettelijk minimumloon (WML) recht hebben op de AOW-overbruggingsregeling. In het regeerakkoord stond deze inkomenseis nog op 150% van het WML.
In het bericht ‘Vrijwel geen compensatie voor inkomen AOW’ers’ kon u al lezen dat de overbruggingsregeling – die de eerder voorgestelde voorschotregeling vervangt – flink is uitgekleed. Door de strenge inkomens- en vermogenstoets zou maar een kleine groep AOW’ers in aanmerking komen voor deze aanvulling op het inkomen. In het sociaal akkoord is echter afgesproken dat de inkomenseis wordt verruimd.
Inkomenseis AOW-overbrugging stijgt naar 200% WML
De overbruggingsregeling kent nu een inkomenseis van maximaal 150% van het wettelijk minimumloon (WML). In het sociaal akkoord (pdf) staat dat dit voor alleenstaanden wordt verhoogd naar 200% en voor paren naar 300% van het minimumloon. Hierdoor hebben meer VUT’ers en prepensioeners recht op de overbruggingsregeling als ze door de verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd te maken krijgen met een inkomensgat. De bedoeling is dat de regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013 ingaat.
De vermogenstoets voor deze regeling blijft hetzelfde, blijkt uit een schriftelijk overleg over de overbruggingsregeling (pdf). In het eerder genoemde bericht kon u al lezen dat er voor de overbruggingsregeling een vermogenseis bestaat van maximaal € 21.139 (éénpersoonshuishouden) of € 42.278 (tweepersoonshuishouden) exclusief woning en pensioenvermogen. De overbruggingsregeling geldt overigens alleen voor mensen die op 1 januari 2013 al een lopende VUT- of prepensioenuitkering ontvingen.