U bent hier

4. Voorrangspositie van de Belastingdienst

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: augustus 2022

De Belastingdienst is een schuldeiser met een bijzondere positie. Omdat het gaat om inkomsten voor de Staat, heeft de wetgever ervoor gekozen om belastingschulden aan te merken als schulden waaraan voorrang is verbonden. De hoofdregel is dat alle schuldeisers gelijk zijn. Dit betekent dat als twee schuldeisers beslag leggen op hetzelfde goed, ze allebei een evenredig deel van de netto-opbrengsten krijgen.

voorrecht

Op bovenstaande hoofdregel bestaan een aantal uitzonderingen en een daarvan geldt voor de Belastingdienst. Sommige schuldeisers hebben namelijk bij beslag voorrang op andere schuldeisers. In de Invorderingswet 1990 is voor de Belastingdienst zo’n voorrecht opgenomen.

Als zowel de fiscus als een andere schuldeiser beslag legt, wordt uit de opbrengst als eerste de Belastingdienst betaald. De andere schuldeisers komen pas daarna aan de beurt.

Het voorrecht van de Belastingdienst geldt niet ten opzichte van een hypotheek- of pandhouder. Deze partijen hebben een bijzonder voorrecht en gaan toch voor de Belastingdienst.

Zijn er meerdere schuldeisers, dan bepaalt de rangorde wie er betaald krijgt. De rangorde luidt als volgt: Boedelschuldeisers: dit zijn de schuldeisers waarbij de schuld is ontstaan tijdens de periode van faillissement, zoals de salariskosten van de curator. Preferente schuldeisers: dit zijn de schuldeisers met een voorrangspositie, zoals de...
Hiervoor kon u lezen dat de zekerheidsrechten pand en hypotheek voor het voorrecht van de Belastingdienst gaan. Hierop bestaat echter één uitzondering. Voor sommige belastingen is het fiscale voorrecht namelijk sterker dan een stil pandrecht op een roerende zaak. Het pandrecht moet dan betrekking hebben op een zogenoemde bodemzaak. Sterker Als...
Een belangrijke voorwaarde voor toepassing van het bodemrecht is dat er sprake moet zijn van roerende goederen. Dit zijn goederen die niet onroerend zijn en die u dus kunt verplaatsen. Een roerend goed dat door installatie of bevestiging zodanig met uw bedrijfspand is verbonden dat het eigenlijk onderdeel is gaan uitmaken van een onroerende zaak...
Er gelden specifieke regels voor een (bezitloos) pandhouder of eigenaar van een bodemzaak. U mag deze zaken niet weghalen en u bent verplicht om uw voornemen eerst te melden aan de ontvanger. Hij kan daar dan op anticiperen door zelf tot verkoop over te gaan. Gedurende vier weken na ontvangst van de melding mag u geen acties ondernemen die ervoor...
Een derde die eigenaar is van de goederen die in beslag zijn genomen, kan een (administratief) beroepschrift indienen bij de directeur van de Belastingdienst tegen de inbeslagneming. Diegene moet niet alleen aantonen dat hij eigenaar is van de goederen, maar moet ook uitleggen waarom in zijn geval het bodemrecht niet van toepassing is. Ook kan de...