U bent hier

3. Lage-inkomensvoordeel

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: februari 2020

De verwachtingen voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt zijn voor de komende jaren behoorlijk alarmerend. In deze groep zitten ook laaggeschoolden, die niet hoger zijn opgeleid dan het basisonderwijs of vmbo. In de regel voert deze groep laagbetaald en tijdelijk werk uit. Ook zijn ze vaker en langer werkloos. De overheid trekt alles uit de kast om deze mensen aan het werk te krijgen en te houden. Sinds 2017 kunt u voor deze mensen het lage-inkomensvoordeel krijgen.

beperking

LIV

In hoofdstuk 2 kon u al lezen over het sociaal akkoord van 2013 en de Participatiewet, waarin al maatregelen zijn getroffen voor werknemers met een arbeidsbeperking. Denk aan de no-riskpolis, de mogelijkheid van een jobcoach en de proefplaatsing. Het lage-inkomensvoordeel (LIV) dat per 1 januari 2017 is ingevoerd, geeft u een financiële tegemoetkoming voor werknemers die maximaal 125% van het minimumloon verdienen.

Het lage-inkomensvoordeel is onderdeel van de Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL), die eind 2015 werd aangenomen. Deze wet heeft als doel op een uniforme manier tegemoetkomingen te verstrekken aan werkgevers die mensen in dienst nemen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Met behulp van gegevens van de Belastingdienst, de gemeente en UWV...
Het LIV kunt u krijgen voor elke werknemer die minimaal 100% en maximaal 125% van het minimumloon verdient (zie paragraaf 3.3). Het minimumloon waarvan wordt uitgegaan, is altijd dat van werknemers van 21 jaar en ouder. 3.2.1 Minimumaantal uren Om voor het LIV in aanmerking te komen, moet de werknemer in een kalenderjaar minimaal 1.248 verloonde...
Om in aanmerking te komen voor het LIV is de eerste vereiste een inkomen van minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder. Vervolgens was er nog tot 2019 een opsplitsing in twee categorieën: werknemers die minimaal 100% en maximaal 110% verdienen en werknemers die meer dan 110% en maximaal 125%...
De volgende rekenvoorbeelden geven u mogelijk meer inzicht in de methodiek van de LIV-berekening. Laagste categorie in 2019 Werknemer A werkt 28 uur per week. In 2019 maakte hij 70 overuren. In totaal had hij 1.526 uur gewerkt. Hij verdiende precies € 10 per uur, waardoor hij in de categorie 100% tot en met 110% terechtkomt. Hiervoor gold tot 1...
De Belastingdienst betaalt het LIV zes weken na de dagtekening van de beschikking uit. Dat is – met 1 augustus als uiterste datum van die beschikking – uiterlijk rond 12 september van het jaar ná het betreffende kalenderjaar. Nadeel van deze regeling is dat u pas ruim ná de gemaakte (loon)kosten de tegemoetkoming ontvangt. Daar komt nog bij dat de...