Workaholisme geeft verhoogde kans op burn-out
Heeft een werknemer last van een werkverslaving – ook wel workaholisme genoemd – dan wilt u dat als arboprofessional tijdig signaleren. Zo’n werkverslaving kunt u namelijk zien als een ‘slechte’ vorm van hard werken. Werknemers met een werkverslaving hebben meer burn-outklachten en zijn minder tevreden over hun werk. Bevlogenheid aan de andere kant wordt gezien als een goede vorm van hard werken.
Het promotieonderzoek van Ilona van Beek van de Universiteit van Utrecht levert bewijs voor het bestaan van de twee types hard werken: werkverslaving en bevlogenheid. Bevlogen werknemers hebben een positieve uitwerking op zichzelf en de organisatie, maar voor werknemers met een werkverslaving geldt het tegenovergestelde. Werkverslaafden besteden veel tijd aan hun werk als zij daartoe de kans krijgen en daardoor komen zij niet toe aan ontspannende activiteiten en hun sociale leven. Daarnaast denken werkverslaafden bijna altijd aan hun werk; niet alleen op de werkvloer, maar ook als ze vrij zijn. Het werken wordt daardoor dwangmatig.
Preventief aan de slag met een werkverslaving
Als arboprofessional wilt u een werkverslaving bij de werknemers zien te voorkomen. Daarom is het verstandig om aandacht aan dit onderwerp te besteden bij het Preventief Medisch Onderzoek (PMO). Informeer bijvoorbeeld bij de arbodienst of er mogelijkheden zijn om bij het PMO een vragenlijst op te nemen die werkverslaving onderzoekt (bijvoorbeeld de Dutch Workaholism Scale). Daarmee is het voor de arbodienst mogelijk om risicogevallen op te sporen en deze werknemers tijdig van passend advies te voorzien om een effectieve preventiebehandeling voor werkverslaving op te zetten.