Zakelijke lening zonder zekerheid mag soms

Als een onderneming een lening afwaardeert waarbij de lenende partij geen zekerheden heeft gesteld, dan mag u deze afwaardering soms in aftrek brengen op de winst van de onderneming. Wel moet het dan aannemelijk zijn dat er echt een zakelijk motief zit achter de lening, zo blijkt uit een pas gepubliceerde uitspraak van Gerechtshof Arnhem.

De onderneming in deze Arnhemse rechtszaak had in 1997 een lening verstrekt aan een holding-bv zonder dat hier zekerheden tegenover stonden. De lening had een looptijd van een jaar tegen 10% rente. De directeur-grootaandeelhouder (dga) van de onderneming deed via zijn onderneming ook managementwerkzaamheden bij de holding-bv. Ondanks dat de holding-bv nooit afloste op de lening, eiste de onderneming deze schulden niet op. Tegelijk met de lening van de onderneming, sloot de holding-bv ook een lening af met de bank. Deze eiste dat de andere lening achtergesteld werd. Daarnaast moest de holding-bv bij deze lening wél zekerheden overleggen. In 2002 boekte de onderneming de lening volledig af en trok dit als verlies af van haar fiscale winst.

Hoge rente maar zekerheden ontbreken

Maar dat vond de inspecteur te ver gaan. De lening was volgens hem onzakelijk: de achterstelling van de lening ten opzichte van de banklening, het niet opeisen van de aflossingen en het niet eisen van zekerheden waren hiervan de belangrijkste redenen. Daarnaast was volgens de inspecteur van tevoren al duidelijk dat de holding-bv de lening niet terug zou betalen.
Maar volgens het Gerechtshof Arnhem zat het anders. De onderneming had er – als leverancier – baat bij als de continuïteit van de holding-bv gewaarborgd was. Daarnaast was de lening met 10% rendement een interessante belegging voor de onderneming. Vooral omdat de oorspronkelijke looptijd slechts 12 maanden was. Het ontbreken van zekerheden werd dus gecompenseerd door de hoge rente. De rechter oordeelde ook dat de dga had bewezen dat de onderneming geen rechtstreeks aandelenbelang had en geen familiaire banden. De inspecteur kon niet weten dat de onderneming van tevoren had kunnen weten dat de holding-bv de lening niet zou terugbetalen. De onderneming had in het jaar dat de lening werd afgesloten immers nog een (kleine) winst gemaakt. Al met al was er geen sprake van een onzakelijke lening. De onderneming mocht de afwaardering dus in aftrek brengen op haar fiscale winst.
Gerechtshof Arnhem, 27 april 2010, LJN: BM6051