10. Ondernemersfaciliteiten

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier Fiscaal Rendement

Publicatiedatum: oktober 2022

Naast alle ‘gewone’ aftrekbare kosten kent de Wet IB 2001 ook een aantal extra aftrekposten, zoals de ondernemersaftrek om het ondernemen aantrekkelijker te maken. In dit hoofdstuk leest u onder welke voorwaarden u gebruik kunt maken van deze aftrekposten.

extracomptabele aftrek

De belastbare winst uit onderneming wordt bepaald door de winst te verminderen met de ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Deze ondernemersfaciliteiten zijn dus geen aftrekposten bij het bepalen van de winst zelf, maar zijn een extracomptabele aftrek om te komen tot de belastbare winst. Een belangrijke voorwaarde voor het claimen van de ondernemersfaciliteiten is dat u moet voldoen aan het urencriterium (zie paragraaf 10.2).

10.1 Ondernemersaftrek

De ondernemersaftrek bestaat uit de volgende aftrekposten: zelfstandigenaftrek; startersaftrek; startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid; aftrek speur- en ontwikkelingswerk; meewerkaftrek; stakingsaftrek. Als u meerdere ondernemingen drijft, behandelt de fiscus deze voor de ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling als één onderneming. Dit is...

10.2 Urencriterium

Met uitzondering van de stakingsaftrek geldt dat u voor alle onderdelen van de ondernemersaftrek moet voldoen aan het urencriterium. Voor de mkb-winstvrijstelling geldt dit criterium niet. U voldoet onder de volgende voorwaarden aan het urencriterium: U besteedt in een kalenderjaar minimaal 1.225 uur aan uw onderneming(en). De tijd die u in totaal...

10.3 Zelfstandigenaftrek

Voldoet u aan het urencriterium, dan komt de zelfstandigenaftrek in beeld. Tot en met 2019 bedroeg de zelfstandigenaftrek een vast bedrag van € 7.280. Sinds 2020 wordt de zelfstandigenaftrek in stapjes afgebouwd. In eerste instantie zou dit belastingvoordeel in 2036 zijn afgebouwd tot € 3.240. Uit de Prinsjesdagstukken blijkt echter dat de...

10.4 Startersaftrek

Als u nog geen vijf jaar ondernemer bent, kunt u in aanmerking komen voor een verhoging van de zelfstandigenaftrek met € 2.123. In de genoemde startersperiode kunt u maximaal drie keer de startersaftrek claimen. Zoals eerder opgemerkt wordt het tarief waartegen deze aftrek is te claimen de eerstvolgende jaren afgebouwd tot het basistarief. Bent u...

10.5 Aftrek speur- en ontwikkelingswerk

Als u voldoet aan het urencriterium en in een kalenderjaar ten minste 500 uur heeft besteed aan speur- en ontwikkelingswerk, kunt u ook de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O-aftrek) claimen van € 12.980. De afbouw tot het basistarief geldt ook voor deze aftrek. Het voordeel van de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO)...

10.6 Meewerkaftrek

Misschien werkt uw partner mee in uw onderneming, maar hij of zij krijgt daar geen vergoeding voor. In dat geval kunt u dan afhankelijk van de hoeveelheid uren die uw partner meewerkt in de onderneming de meewerkaftrek toepassen. U moet hier wederom voor aan het urencriterium voldoen. Het tarief waartegen deze aftrek is te claimen, wordt in de...

10.7 Stakingsaftrek

De Wet IB 2001 bevat ook een stakingsaftrek van € 3.630. Is uw stakingswinst lager dan dit bedrag, dan is slechts het mindere vrijgesteld. Hierbij moet u de eerstvolgende jaren rekening houden met de afbouw tot het basistarief. Staakt u een deel van de onderneming, dan bestaat geen recht op aftrek. Als u meerdere ondernemingen heeft en u staakt...

10.8 Mkb-winstvrijstelling

Tot slot de mkb-winstvrijstelling. De hoogte van deze vrijstelling bedraagt 14% van de winst, nadat u deze heeft verminderd met de ondernemersaftrek. Net als bij de ondernemersaftrek wordt het tarief waartegen deze vrijstelling te claimen is in de komende jaren afgebouwd tot het basistarief. Lijdt uw onderneming verlies, dan verlaagt de mkb-...

U bent hier