6. Liquiditeitsbegroting en investeringsbegroting

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier FA Rendement

Publicatiedatum: februari 2023

Tijdens het budgetteringsproces maakt u naast een kostenbegroting (een voorspelling van de toekomstige kosten) ook een liquiditeitsbegroting. De liquiditeitsbegroting bestaat uit uitgaven en inkomsten, niet uit kosten en opbrengsten. In dit hoofdstuk leest u hoe u dit zo efficiënt mogelijk aanpakt.

management  accounting

Het management heeft voor verschillende beslissingen verschillende soorten informatie en dus ook verschillende manieren van kostenberekeningen nodig. Ook het verschil dat gemaakt wordt tussen kosten en uitgaven, is terug te voeren op de verschillen in beslissituaties. Dit is een uitgangspunt van management accounting, dat gericht is op interne plannings- en besturingsactiviteiten.

6.1 Kosten versus uitgaven

Kosten zijn uitgaven die toegerekend worden aan perioden. Bij aanschaffingen die meerdere perioden meegaan en die een grotere waarde vertegenwoordigen, is het beter om die uitgaven toe te rekenen aan al die perioden. Dat kan door ze over een aantal jaren af te schrijven. Afschrijven Als u niet zou afschrijven, zou de winst in het jaar van aanschaf...

6.2 Drie geldstromen

Het is verstandig om de geldstroom inzichtelijk te maken en deze – aan de hand van de oorsprong – te verdelen in: geldstromen vanwege de bedrijfsvoering. Dit zijn de geldstromen die nodig zijn om de onderneming te laten functioneren. Ontvangsten vanwege de verkoop van goederen en de levering van diensten vormen de inkomsten. Betalingen voor...

6.3 Risico’s van investeringen

Investeringen zijn riskanter voor de bedrijfsvoering dan uitgaven. Redenen hiervoor zijn dat het grote uitgaven betreft en de terugverdientijd ver in de toekomst ligt, en de inkomsten zelfs onzeker zijn. Een eenvoudig voorbeeld illustreert dat beide risico’s met verschillende middelen (namelijk een kostprijsberekening en een liquiditeitsbegroting...

6.4 Verschil kosten en uitgaven

Kosten en uitgaven zijn niet hetzelfde en het is voor u belangrijk ook hiermee bij de budgettering rekening te houden. Dit speelt gelukkig niet zo bij alle uitgaven. Voorbeeld van een ‘gesplitste’ liquiditeitsbegroting Post Kosten/ Opbrengst Uitgave/ Ontvangst Aankoop van activa nee uitgave Afschrijving kosten nee Toevoeging aan voorzieningen (...

6.5 Lastige investeringen

Voor de fiscale en commerciële jaarrekening bestaan duidelijke regels. Als een goed of een recht meerdere perioden meegaat en een hogere waarde heeft dan een bepaalde grens, is het een investering. Er is weinig ruimte om te schuiven, dus om kosten als investeringen te boeken of andersom. In de praktijk zijn er twee lastige groepen investeringen...

6.6 Liquiditeitsbegroting maken

Het maken van een liquiditeitsbegroting in het budgetteringsproces is niet verplicht, maar wel aan te raden om vast te stellen of het geld voor de verwachte uitgaven daadwerkelijk aanwezig zal zijn. Houd bij het opstellen van het inkomstendeel van de prognose rekening met uw betalingsvoorwaarden en het betaalgedrag van uw klanten. De omzet wordt...

6.7 Investeringen budgetteren

Ook investeringen kunt u budgetteren. U kunt een maximum stellen aan de uitgaven die in de volgende periode aan investeringen gedaan mogen worden. Ook kunt u voor elke investering een maximum te besteden bedrag vaststellen. De waarde van voorstellen beoordeelt u met twee methoden: De terugverdientijd (zie het voorbeeld in 6.3) is de tijd die nodig...

6.8 De NCW van het rendement

De NCW-methode is een rekenmodel waarin u uw verwachtingen over inkomsten en uitgaven van een investering verwerkt. En die neemt het renteverlies in de berekening van het rendement mee. Als de rente laag is, is de investering meer waard, want u hoeft minder af te waarderen. U kunt deze methode in vier stappen toepassen. Voorbeeld...

U bent hier