U bent hier

Onderneming & Administratie
…
Werken met Power BI8. Werken met de Data ­Analysis eXpressions
Voor Onderneming & Administratie

8. Werken met de Data ­Analysis eXpressions

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: oktober 2022

Net als in Excel kunt u door middel van formules krachtige berekeningen maken in Power BI. In Power BI is het maken van berekeningen mogelijk met behulp van twee programmeertalen: Power Query M via de Power BI Query editor (zie hoofdstuk 2) en met de Data Analysis eXpressions (DAX). Dit hoofdstuk zoomt in op de DAX-taal.

programmeertaal

Excel

DAX is een functionele programmeertaal. DAX bestaat uit honderden functies die u kunt vergelijken met bouwstenen om tot complexere berekeningen en databewerkingen te komen. Een voorbeeld van een dergelijke bouwsteen is de functie SUM die u wellicht kent van Excel. Op het moment van schrijven zijn er meer dan 340 DAX-functies beschikbaar. In dit hoofdstuk leest u wat de basisconcepten en de best practices zijn. Een goed beginpunt voor een overzicht van de verschillende functies is de website www.dax.guide.

7.1 Een introductie tot DAX

Hoewel DAX als taal populair is geworden dankzij Power BI, bestaat de taal al lang voordat Power BI werd ontwikkeld. DAX vindt zijn oorsprong in Excel Power Pivot 2010 en deze kunt u ook gebruiken in Structured Query Language (SQL) en Server Analysis Services (SSAS). Functies In DAX bent u vrij om de verschillende functies met elkaar te combineren...

7.2 Formules in Excel versus Power BI

DAX lijkt heel erg op de manier waarop u formules in Excel schrijft. U schrijft in de formulebalk de formule. Daarnaast zijn er veel formules die u wellicht al kent vanuit Excel. Denk hierbij aan SUM, COUNT, AVERAGE et cetera. Toch werken berekeningen op diverse punten in Excel fundamenteel anders dan in Power BI. De belangrijkste verschillen...

7.3 Werken met functies in DAX

De opbouw van een functie in DAX is eenvoudig en lijkt erg op die van Excel. De opbouw is als volgt: Open na de functienaam een haakje. Sluit na het invullen van eventuele parameters de functie met een haakje. Een functie kan uit verschillende parameters bestaan. Sommige functies hebben geen parameter, bijvoorbeeld TRUE() of BLANK(). Deze functies...

7.4 Werken met de formulebalk in Power BI

U kunt DAX in Power BI gebruiken voor het maken van de volgende elementen: Calculated Columns; Calculated Tables; Measures; Row-level-security. Als u een berekening maakt, krijgt u de volgende formulebalk te zien. Met het kruisicoon slaat u wijzigingen in de formule niet op. Dat doet u met het vink-icoon er direct naast. Formule invoeren Het getal...

7.5 Verplaatsen van Measures en mappen aanmaken

Voor het verplaatsen van een Measure naar een andere tabel kunt u het volgende doen: Klik onder het deelvenster ‘Fields’ op de Measure die u wilt verplaatsen. In het lint ziet u links de optie Home table. Kies in het uitklapmenu de tabel waarnaar u de Measure wilt verplaatsen.