U bent hier

3. Taken en rollen van de vertrouwenspersoon

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: november 2019

Uw werkgever is op basis van de Arbowet verplicht om werknemers te beschermen tegen psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Onderdeel van zijn beleid is het aanstellen van één of meerdere vertrouwenspersonen. De vertrouwenspersoon kan werknemers die te maken hebben met ongewenst gedrag verder helpen. Maar hoe doet hij dat?

ruimte

Als uw organisatie een vertrouwenspersoon ongewenst gedrag aanstelt, is het belangrijk dat hij goed weet in welke situaties hij wel en niet mag handelen. Het is niet altijd handig om proactief een oplossing aan te dragen: het is juist belangrijk dat hij de melder de ruimte geeft om zijn verhaal te doen en hem een luisterend oor biedt. De oplossingen komen pas daarna.

Hoofdtaken vertrouwenspersoon ongewenst gedrag

oplossingen

Hoe u de functie van vertrouwenspersoon ook vormgeeft, hij heeft altijd een aantal hoofdtaken. Dat zijn:

  • opvang en begeleiding van melders;
  • samen met de melder zoeken naar oplossingen (informeel en formeel);
  • signaleren van ongewenst gedrag in de organisatie en daar gevraagd en ongevraagd over adviseren;
  • voorlichting geven in de organisatie over het werkgebied van de vertrouwenspersoon.
De vertrouwenspersoon vangt werknemers op die te maken hebben gehad met ongewenst gedrag en begeleidt hen. Hij kan luisteren en daarnaast tips geven over hoe zij verder kunnen handelen en het probleem kunnen aanpakken. 3.1.1 Veiligheid bieden Voor een melder is het vaak een grote stap om naar een vertrouwenspersoon te gaan. En het kan dan zijn dat...
In hoofdstuk 2 heeft u kunnen lezen over de escalatieladder. In elk stadium kan een vertrouwenspersoon met de melder diverse oplossingen verkennen. Nu komt de ladder opnieuw aan bod, met per stap de taak van de vertrouwenspersoon. 3.2.1 Van onvrede tot klacht In de eerste fase is de vertrouwenspersoon nog niet in beeld. Als de vertrouwenspersoon...
Het is goed te weten dat er ook een aantal taken zijn die de vertrouwenspersoon níet oppakt. Sommige hebben betrekking op de vertrouwenspersoon zelf. Andere liggen meer op het terrein van de werving en aanstelling. 3.3.1 ‘Verboden’ gedrag Dit zijn zaken die een vertrouwenspersoon niet moet doen: Oordelen en een eigen mening geven: het gaat hier om...
Om ongewenst gedrag te kunnen signaleren, is het allereerst nodig dat uw organisatie vaststelt wat zij beschouwt als ongewenst gedrag en wat niet. Hierbij is het belangrijk om grenzen aan te geven, zodat duidelijk is wanneer een werknemer, leidinggevende, klant of wie dan ook deze overschrijdt. Definities – zie ook paragraaf 4.3 – en voorbeelden...