U bent hier

Onderneming & Fiscus
Vastgoed9. Onroerendezaakbelasting9.2 Heffing en tarief

9.2 Heffing en tarief

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: april 2021

gemeente

zakelijk recht

gebruiker

Als u op 1 januari van het jaar eigenaar of huurder van een bedrijfspand bent, valt enkele weken later een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) bij u op de mat. De OZB-belasting wordt geïnd door de gemeente en is gebaseerd op de Gemeentewet. Voor de heffing van de OZB bestaat er onderscheid tussen een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. In het eerste geval wordt u aangeslagen als eigenaar die het object op grond van een zakelijk recht (zoals eigendom en vruchtgebruik) in bezit heeft. In het tweede geval wordt u aangeslagen als gebruiker, bijvoorbeeld als huurder, maar ook indien u als eigenaar de onroerende zaak zélf in gebruik heeft. In de situatie dat u zowel eigenaar als gebruiker van een onroerende zaak bent, ontvangt u dus twee aanslagen. Verhuizing na 1 januari heeft geen invloed op de OZB.

De eigendomsgegevens die het Kadaster aan de gemeente levert, zijn leidend, tenzij u stukken kunt overleggen waaruit blijkt dat de werkelijke situatie anders is.

Heffingsgrondslag

De heffingsgrondslag waarop de aanslagen worden berekend, is de WOZ-waarde. Als sprake is van een onroerende zaak die niet in hoofdzaak (70% of meer) als woning dient, maar waar wel woningonderdelen aanwezig zijn, wordt over de waarde van de woningonderdelen geen gebruikersbelasting geheven. Het is dus mogelijk dat uw biljet twee verschillende waardes vermeldt voor dezelfde onroerende zaak.

Waardepeildatum

1 januari

De situatie op 1 januari van het belastingjaar is bepalend. Dit betekent dat als u op 2 januari van het jaar een bedrijfspand aankoopt en verkrijgt, u geen aanslag OZB krijgt opgelegd, maar wel degene die het pand op 1 januari in bezit had. Bij verkoop van een object via de notaris wordt de eigenarenbelasting doorgaans verrekend met de nieuwe eigenaar. Controleer daarvoor de afrekening van de notaris.

Belastingtarief

Het OZB-tarief is een vast percentage van de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Wettelijk bestaat de mogelijkheid om verschillende tarieven te hanteren voor woningen en bedrijfspanden en eigenaren en gebruikers. Per gemeente bestaan er grote verschillen in de OZB-tarieven.

Vrijstellingen

ontheffing

Voor landbouwgronden, glastuinbouw, landgoederen die onder de Natuurschoonwet vallen, natuurterreinen, land- en waterwegen, kerken en moskeeën is geen OZB verschuldigd. Ook kunt u van uw gemeente een speciale ontheffing hebben ontvangen waardoor u geen belasting betaalt.

Bezwaar

kritisch ­bekijken

De vastgestelde WOZ-waarde werkt in vele belastingen door. Alle reden dus om dit kritisch te bekijken en het taxatieverslag zo mogelijk voor te leggen aan een erkende makelaar-taxateur. Als de aanslag hoger uitvalt dan verwacht, kunt u bezwaar maken. U heeft daarvoor zes weken de tijd na de dagtekening van de aanslag.

Vereisten voor het indienen van bezwaar

informatie

Uw bezwaar tegen de OZB-aanslag moet op tijd binnen zijn bij de Belastingdienst. Als u meer tijd nodig heeft, kunt u een pro-formabezwaarschrift indienen, dat u later aanvult. Uw bezwaar moet in elk geval de volgende informatie bevatten:

  • uw naam en adres;
  • de datum waarop u het bezwaar verstuurt;
  • de vermelding dat u bezwaar maakt tegen de WOZ-waarde van uw bedrijfspand;
  • de reden waarom u bezwaar maakt;
  • het WOZ-nummer.