10.5 Bezwaar
zes weken de tijd
Als werknemers het niet eens zijn met de voorlopige, definitieve of navorderingsaanslag inkomstenbelasting, kunnen zij hiertegen in bezwaar gaan. Hiervoor hebben werknemers zes weken de tijd na de datum van de aanslag. Werknemers kunnen een bezwaarschrift zowel online als schriftelijk indienen bij de Belastingdienst.
andersom geldt hetzelfde
Sinds 2023 geldt een bezwaar tegen een belastingaanslag automatisch ook als bezwaar tegen de eventuele boete, belastingrente of invorderingsrente die op de aanslag vermeld staat. Hier hoeft dus niet apart bezwaar tegen te worden ingediend. Andersom geldt hetzelfde: als werknemers via een brief bezwaar maken tegen bijvoorbeeld de boete of belastingrente op een aanslag IB, geldt dat automatisch ook als bezwaar tegen de verschuldigde inkomstenbelasting.
Soms is het niet nodig om bezwaar te maken tegen de aanslag inkomstenbelasting, maar is het doorgeven van een wijziging voldoende. Wijs werknemers op het hulpmiddel op belastingdienst.nl om dat te achterhalen (zoeken op ‘bezwaarcheck inkomstenbelasting’).
Beroep
bij de rechtbank
géén uitstel van betaling
Als de uitspraak op het ingediende bezwaar niet naar wens is, kunnen werknemers hiertegen in beroep gaan bij de rechtbank. Dat kan online via rechtspraak.nl of in een brief aan de aangewezen rechtbank voor de betreffende provincie. De rechtbank moet het beroep binnen zes weken na de datum van de uitspraak op het bezwaar binnen hebben. De werknemers zijn voor deze procedure griffierecht verschuldigd, te weten € 51 in 2024.
Wijs werknemers erop dat een beroep géén verzoek om uitstel van betaling is. Hier moeten zij de Belastingdienst per brief apart om verzoeken, vergezeld van een kopie van het beroep.
In de toolbox ‘Stap voor stap door de fiscale bezwaar- en beroepsprocedure’ op rendement.nl/salarisdossier staan handige tools en informatie voor de situatie dat werknemers in opstand willen komen tegen beslissingen van de Belastingdienst.