U bent hier

4. Risico’s schijnzelfstandige

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: juli 2023

Het werken met een opdrachtnemer die in de praktijk een werknemer blijkt te zijn, heeft nogal wat gevolgen. U heeft voor deze arbeidskracht immers geen loonheffingen afgedragen dan wel betaald, wat dus wel had gemoeten. Dat zal de Belastingdienst willen rechtzetten. Verder kan een situatie van schijnzelfstandigheid ook arbeidsrechtelijke gevolgen hebben waar uw onderneming niet op zit te wachten.

aanwijzingen fiscus

Zoals u in paragraaf 3.2 kon lezen, handhaaft de Belastingdienst de Wet DBA in een situatie van schijnzelfstandigheid tot (waarschijnlijk) 2025 alleen bij kwaadwillende opdrachtgevers en ondernemingen die na aanwijzingen van de fiscus de situatie niet (voldoende) hebben verbeterd. In dit hoofdstuk is het uitgangspunt dat handhaving plaatsvindt.

Als uw onderneming bijvoorbeeld een ex-werknemer als zelfstandig opdrachtnemer inhuurt voor dezelfde werkzaamheden als tijdens het dienstverband, is de kans groot dat de Belastingdienst ‘evidente schijnzelfstandigheid’ aanwezig acht en dus zal handhaven.

Als er sprake is van schijnzelfstandigheid, is uw onderneming met terugwerkende kracht loonheffingen voor dit (feitelijke) dienstverband verschuldigd. De Belastingdienst kan hierbij tot vijf jaar terug naheffen. Als de Belastingdienst uw onderneming een naheffingsaanslag loonheffingen oplegt, kan dat gepaard gaan met een betaalverzuimboete (zie...
Een situatie van schijnzelfstandigheid kan betekenen dat er op grond van de ketenregeling een vast contract is ontstaan, iets waar uw onderneming waarschijnlijk niet op rekent. Bovendien kan het feitelijke werknemerschap vele (arbeidsrechtelijke) kosten met zich meebrengen. De ketenregeling bepaalt dat een vierde opeenvolgend tijdelijk contract of...