U bent hier

3. Fraude voorkomen

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: augustus 2022

Elke branche kent specifieke fraudevormen en elke onderneming heeft haar eigen zwakke plekken. Pas als u weet waar de zwakke plekken van uw onderneming zich bevinden, maakt u kans om eventuele fraudeurs vóór te zijn. In dit hoofdstuk leest u hoe u een doordacht fraudepreventiebeleid formuleert.

risicoanalyse

sancties

Een eerste stap in de strijd tegen fraude is de risicoanalyse. Met een risicoanalyse spoort u zwakke plekken op. Zo creëert u hopelijk een omgeving waarin werknemers geen aanleiding zien om te frauderen. Tegelijkertijd is het belangrijk om controles in te bouwen, zodat u eventuele fraude toch kunt opsporen. Het helpt ook om mogelijke overtreders te laten weten welke sancties ze riskeren. Dit kunt u doen door een fraudeprotocol op te stellen en te verspreiden.

Volg een training over fraudebestrijding

scenario’s

Het is goed mogelijk dat u moeite heeft om u in een fraudeur te verplaatsen en de zwakke plekken in uw onderneming te herkennen. Wilt u meer weten over dit onderwerp, overweeg dan een workshop, cursus of opleiding waarin deze onderwerpen aan bod komen. De nodige theorie, praktijkcases en mogelijke scenario’s vergroten uw inlevingsvermogen en maken het gemakkelijker om zwakke plekken in werkprocessen te herkennen. Het is daarbij wel handig als de workshop of cursus specifiek op uw branche is toegespitst.

3.1 Analyse

Als u een risicoanalyse maakt, kijkt u naar branchespecifieke fraudevormen maar ook naar eerdere incidenten binnen uw onderneming. Zo bepaalt u waar sprake is van verhoogd risico. Welke vertrouwensfuncties kent uw onderneming bijvoorbeeld? Zulke functies komen bij de overheid voor in verband met de staatsveiligheid, maar voor het bedrijfsleven valt het te omschrijven als een functie waarbij iemand mogelijk misbruik kan maken van kennis en bevoegdheden.

In het Wetboek van Strafrecht vindt u de term fraude niet terug. Daarin staan alleen handelingen zoals valsheid in geschrifte, oplichting, corruptie, diefstal en verduistering.

Zijn er duidelijke richtlijnen om de fraudegevoeligheid daar zo veel mogelijk te beperken? Let hierbij vooral op dat het uitgestippelde beleid ook in de praktijk toepasbaar is. Ook moet voor iedereen duidelijk zijn welke richtlijnen zij moeten volgen.

Wat gebeurt er bij een indicatie van fraude, wie gaat op onderzoek uit en waar liggen de grenzen? U kunt deze punten opnemen in een fraudeprotocol. Hierin geeft u aan wanneer iets fraude heet en welke stappen onherroepelijk volgen bij het constateren van fraude. 3.2.1 Grenzen vaststellen In het algemeen kunt u stellen dat mensen frauderen als ze...
Om fraude in de hand te houden, is het handig als één persoon zich binnen de onderneming bezighoudt met fraudepreventie. Dat kan een speciaal daarvoor aangenomen fraudefunctionaris zijn. Maar dat hoeft niet per se. Zeker in kleinere ondernemingen is het geen dagtaak. Het is logisch dat een financiële medewerker fraudepreventie in zijn takenpakket...
Bij fraudepreventie zijn de ondernemingscultuur en controle niet te onderschatten begrippen. Soms bestaat het idee dat controle een gebrek aan vertrouwen laat zien. Terwijl controle voor zekerheid zorgt en juist voor vertrouwen. U kunt controles op diverse manieren inbouwen, bijvoorbeeld door functiescheiding in te voeren of een bepaalde workflow...
Door de volgende adviezen op te volgen, pakt u fraudepreventie serieus aan: Identificeer interne en externe risico’s. Kijk hierbij naar eerdere fraudegevallen, maar ook naar eventuele mazen in het controlesysteem die creatieve fraudeurs zouden kunnen ontdekken. Zorg voor optimale functiescheiding zodat er altijd een automatische controle in...