2.5 Eigen gedrag

kritisch

dwalingen

Natuurlijk komen veel problemen voort uit omstandigheden buiten je om; daar zijn al voldoende voorbeelden van gegeven. Maar je moet ook kritisch naar jezelf kijken. Soms breng je jezelf namelijk in de problemen door je persoonlijke manier van omgaan met werk en tijd. We brengen een aantal persoonlijke ‘dwalingen’ in kaart. Veel van onderstaande voorbeelden komen later in dit themadossier nog terug, met tips om ze te voorkomen of er beter mee om te gaan.

2.5.1 Gebrek aan discipline

teugels vieren

Om te beginnen heeft iedereen weleens last van een gebrek aan discipline. Dan heb je er die dag gewoon wat minder zin in. Dit leidt vaak tot uitstel of besluiteloosheid. Een belangrijke beslissing neem je dan nog maar even niet, daar wil je namelijk helder over kunnen nadenken. Er zijn mensen die het elke dag kunnen opbrengen om gedisciplineerd aan de slag te gaan.
Maar als er geen directe deadline in het verschiet ligt (en je hebt net al een flinke deadline tot een goed einde gebracht), heeft het leeuwendeel de neiging om de teugels even te laten vieren. Doe je dat te lang, dan moet je alsnog naar de volgende deadline razen.

2.5.2 Uitstelgedrag

interessant artikel

autoriteit

Komt dit je bekend voor? Eigenlijk vraagt iets dringend om je aandacht, maar je besluit desondanks om eerst iets anders te doen. Toch nog even die mail beantwoorden, en oh ja, in dat vakblad stond een razend interessant artikel. Daarna weet je nóg wel iets wat je ook per se eerst even moet doen. Het helpt niet: het ‘echte’ werk blijft op je wachten. En de zin om eraan te beginnen, groeit niet. Uitstelgedrag kan vele oorzaken hebben:

• het vermijden van verantwoordelijkheid;
• passieve agressie;
• problemen met autoriteit (je moet dit immers van iemand doen);
• weinig zelfvertrouwen;
• weinig eigenwaarde;
• perfectionisme;
• faalangst.

2.5.3 Perfectionisme

tevreden

Je begint op tijd aan iets, maar je kunt er maar geen afscheid van nemen. Het is namelijk nog niet goed genoeg. Je collega had het allang willen hebben en is er zeer waarschijnlijk gewoon tevreden mee, maar je denkt dat het nóg beter kan. Je schaaft het telkens weer ietsje bij; het wordt écht heel bijzonder...

2.5.4 Faalangst

de vorige afslag

onzekerheid

Je bent er trots op dat je onlangs gevraagd bent om een heel belangrijk project te leiden. Eindelijk! Twee jaar heb je op deze kans gewacht. Het is wel een lastige opdracht, en je hebt iets dergelijks nog nooit gedaan. Poeh... kun je het eigenlijk wel? Je onzekerheid neemt toe en je vraagt natuurlijk geen collega’s om raad of feedback; dat zou een teken van zwakte zijn. De angst om te falen verdwijnt ook niet gedurende het project. Je kunt nog terug naar de vorige afslag en als je flink overwerkt, haal je de deadline. Langzaam raak je steeds verder in de knoop met jezelf en met de deadline. Onzekerheid mag er zijn, maar waak ervoor dat het niet de overhand krijgt en zie het als een kans om te groeien.

2.5.5 Azen op complimenten

lunchtafel

loftuitingen

verzoeken

Je bent je collega’s graag ter wille. Ze roemen je er zelfs regelmatig om aan de lunchtafel. En jij geniet daar weer van. Kun je nog wel buiten deze onmiddellijke waardering? Voor je eigen werk krijg je zelden loftuitingen, dat wordt als ‘normaal’ beschouwd. Op zichzelf is hulpvaardig zijn absoluut geen slechte eigenschap, maar daardoor kom je misschien wel in tijdnood met je eigen werk en prioriteiten. Dat onmiddellijke complimentje – hoe fijn ook – zit je ambities dan uiteindelijk enorm in de weg.

2.5.6 Altijd ‘ja’ zeggen

over je lippen

Je zult in de regel vaak ‘ja’ zeggen tegen verzoeken van collega’s. Misschien zelfs als het gevraagde overduidelijk buiten je taken valt, of als je er eigenlijk geen tijd voor hebt. Collega’s zeggen vaak genoeg ‘nee’ tegen jou, maar jij krijgt het nauwelijks over je lippen. Behalve dat dergelijke vragen je ego strelen, komen ze je in sommige gevallen ook goed uit. Als je je eigen werk en je prioriteiten niet goed regelt, kun je in werk van anderen vluchten. Die hebben vaak ook geen goed beeld van waar jij mee bezig bent, en voelen zich daardoor best vrij om je hulp te vragen.

2.5.7 Onvermogen om te delegeren

Je bent manager. Dat betekent dat je voor een deel uitvoerend werk verricht, maar dat je verder vooral het werk op je afdeling of binnen je team goed regelt en verdeelt. Het is dus niet de bedoeling om zo veel mogelijk werk zelf te doen. Daarom zal het je ook niet lukken om alles af te krijgen als je veel moeite hebt met delegeren (bekijk welke taken geschikt zijn om te delegeren op rendement.nl/managementtools). Bovendien ontwikkelen je teamleden zich dan onvoldoende.

2.5.8 Een rommelige werkplek

verwijtend

bovenste la

Waar heb je nu die memo weer gelaten? De laatste keer lag hij nog bovenop die linkerstapel, dat weet je zo goed als zeker. Bijna kijk je verwijtend in het rond: welke collega heeft er aan jouw spullen gezeten? Het is maar goed dat je je beheerst; het is namelijk zeer waarschijnlijk je eigen vergissing. Op zoek naar iets anders kwam je de memo drie dagen geleden tegen en zag je dat hij belangrijk was. Daarom stopte je de memo voor de zekerheid in de bovenste la van je bureau. Dat je dat deed, ben je nu vergeten.

Tijdverlies door wirwar

Als het op je bureau een wirwar is van stapels papier, dossiers, aantekeningenboekjes, koffiemokken, pennen en memo’s, kost dat je tijd. Uiteindelijk kun je alles wel vinden, maar telkens een minuutje stapels verplaatsen, kost maandelijks misschien wel een uur aan werktijd.