U bent hier

1. Inkomstenbelasting

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: november 2020

De gemiddelde Nederlander heeft vaak alleen te maken met box 1 van de inkomstenbelasting, voor inkomen uit werk en woning. En met box 3, als hij veel spaarcenten heeft. Omdat u als dga ook werknemer bent van uw bv krijgt u in die hoedanigheid in elk geval te maken met box 1. De aandelen in uw bv vallen echter in box 2. De inkomstenbelasting is voor u als dga dus net zo belangrijk als de vennootschapsbelasting.

drie boxen

Als privépersoon kunt u te maken krijgen met deze drie boxen in de inkomstenbelasting:

  • box 1: inkomen uit werk en woning (zie paragraaf 1.1);
  • box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang (zie paragraaf 1.2);
  • box 3: inkomen uit sparen en beleggen (zie paragraaf 1.3).

Deze boxen komen hierna kort aan bod.

In box 1 van de inkomstenbelasting geeft u het inkomen aan dat u krijgt van uw bv (het ‘gebruikelijk loon’: zie hoofdstuk 3). De loonheffingen die u op dit loon moet inhouden zijn een voorheffing op de heffing in box 1 en kunt u bij de berekening in mindering brengen. Iedere box in de inkomstenbelasting kent zijn eigen methodiek en belastingtarief...
Heeft u een aanmerkelijk belang in uw bv, dan moet u belasting betalen over behaalde voordelen (zoals een winstuitkering). In hoofdstuk 6 leest u wanneer dat het geval is. Het tarief in box 2 is op dit moment 26,25%. U betaalt dus 26,25% belasting over de voordelen uit aanmerkelijk belang. Volgend jaar stijgt het tarief naar 26,9%. Deze verhoging...
Als laatste kunt u in privé ook te maken krijgen met box 3 van de inkomstenbelasting: het inkomen uit sparen en beleggen. In deze box betaalt u belasting over het forfaitaire rendement op uw vermogen (bezittingen min schulden). U krijgt bijvoorbeeld met deze box te maken als u gaat sparen voor uw oude dag. De aandelen in uw eigen bv vallen hier...