8.1 Hoofdelijke aansprakelijkheid
beschikking
Het feit dat niet meer wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor een fiscale eenheid, is niet voldoende om de hoofdelijke aansprakelijkheid te beëindigen. De hoofdelijke aansprakelijkheid houdt pas op te bestaan als de melding van de beëindiging de Belastingdienst heeft bereikt. Er komt formeel een einde aan de fiscale eenheid voor de BTW doordat je een schriftelijke melding doet én een beschikking van de inspecteur krijgt dat de fiscale eenheid wordt beëindigd.
Standpunt fiscus
Het omgekeerde geldt natuurlijk ook: heb je de Belastingdienst schriftelijk laten weten dat de fiscale eenheid ten aanzien van een bepaalde vennootschap binnen de fiscale eenheid is verbroken, maar de Belastingdienst is het daar niet mee eens? De fiscus kan dan handelen alsof hij deze melding nooit heeft ontvangen. Alle vennootschappen blijven dan hoofdelijk aansprakelijk voor de BTW die de fiscale eenheid moet afdragen.
Als je aandelen koopt van een vennootschap die tot een fiscale eenheid BTW behoort of heeft behoord, kan die wellicht nog aansprakelijk zijn voor BTW-schulden van de fiscale eenheid. Vraag daarom om een schriftelijk bewijs van de afmelding.
Gewijzigde omstandigheden
In het verleden heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de aansprakelijkheid voor BTW-schulden van ondernemers die tot een fiscale eenheid voor de BTW behoren loopt:
- vanaf het moment dat de beschikking is afgegeven;
- tot het moment waarop de inspecteur schriftelijk op de hoogte is gesteld van wijzigingen in de fiscale eenheid.
materiële voorwaarden
Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft daar in 2022 nog aan toegevoegd dat die hoofdelijke aansprakelijkheid ook blijft bestaan gedurende de periode dat men door gewijzigde omstandigheden niet langer meer voldoet aan de materiële voorwaarden voor het bestaan van een fiscale eenheid (3 november 2022, ECLI (verkort): 6417, 6418, 6419).