U bent hier

4. De fiscale regels voor een ­beleggingsdeelneming

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: april 2017

In hoofdstuk 2 kon u al lezen dat er een afwijkende regeling geldt voor beleggingsdeelnemingen. Een beleggingsdeelneming valt in principe niet onder de deelnemingsvrijstelling. De deelnemingsvrijstelling is wel van toepassing als het gaat om een zogenoemde kwalificerende beleggingsdeelneming. Aan welke eisen moet zo’n deelneming voldoen? Hoe ziet de regeling voor beleggingsdeelnemingen eruit?

grenzen

De deelnemingsvrijstelling is een regeling met een behoorlijk ruim toepassingsbereik. Er zijn echter ook grenzen aan deze regeling. Dit geldt bijvoorbeeld voor de beleggingsdeelneming.

Als eerste kijkt de Belastingdienst naar het oogmerk van de deelneming (oogmerktoets). Een beleggingsdeelneming is een deelneming die u als belegging aanhoudt. Heeft u de aandelen in uw bezit om er een rendement mee te behalen dat op basis van normaal vermogensbeheer is te verwachten, dan is er sprake van een belegging. De deelnemingsvrijstelling...
Is er sprake van een beleggingsdeelneming (zie paragraaf 4.1), dan is de deelnemingsvrijstelling toch van toepassing als het gaat om een kwalificerende beleggingsdeelneming. Hiervoor moet er voldaan zijn aan één van de twee volgende toetsen: Is de deelneming onderworpen aan een winstbelasting die resulteert in een naar Nederlandse begrippen reële...
Voldoet uw deelneming niet aan de vereisten van een kwalificerende beleggingsdeelneming, dan geldt de deelnemingsvrijstelling dus niet. De Belastingdienst zal de inkomsten uit deze deelneming (zoals dividenden en vervreemdingsresultaten) bij u als Nederlandse moedervennootschap in de heffing betrekken. In dat geval heeft u recht op verrekening van...