U bent hier

2. Controlebevoegdheden van de Belastingdienst

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: december 2018

Het opsporen van fiscale misdrijven is relatief moeilijk. Zo zal de Belastingdienst ­iemand niet snel op heterdaad kunnen betrappen. Dit terwijl het plegen van een fiscaal misdrijf erg lucratief kan zijn, relatief eenvoudig is en in relatieve anonimiteit kan plaatsvinden. Een strikte controle van de belastingregels is echter noodzakelijk om het maatschappelijke draagvlak voor de belastingheffing in stand te houden. Welke controle­bevoegdheden heeft de Belastingdienst daarbij?

achtergrond-informatie

Om een controle uit te voeren heeft de Belastingdienst achtergrondinformatie nodig over uw aangifte. De fiscus heeft dan ook verschillende controlebevoegdheden om deze informatie boven tafel te krijgen.

Om te kunnen controleren of uw aangiften juist en tijdig zijn gedaan, is het natuurlijk noodzakelijk dat u inzage verschaft in uw administratie en andere van belang zijnde stukken (informatieplicht). Gegevens en inlichtingen In de belastingwet is daarom onder meer een informatieverplichting opgenomen. Iedereen is gehouden om aan de inspecteur...
Als u de aan de aangiften ten grondslag liggende stukken niet bewaart, kan de Belastingdienst geen controle uitvoeren. Daarom geldt ook een administratieplicht (artikel 52 AWR). Deze verplichting geldt onder andere voor alle lichamen (zoals een bv, nv, vereniging en stichting) en degenen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen of...
Hoewel de informatieverplichting nagenoeg onbegrensd lijkt, zijn er wel zaken die buiten deze verplichting vallen. 2.3.1 Beginselen van behoorlijk bestuur De informatieverplichting kan ingeperkt worden door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (zoals het zorgvuldigheidsbeginsel, evenredigheidsbeginsel en het verbod op misbruik van...
Het nemo-teneturbeginsel (het verbod op zelfincriminatie) zorgt voor een verdere inperking van de informatieplicht. Dit beginsel speelt een rol zodra de strafvervolging is aangevangen en houdt in dat niemand hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Samen met het zwijgrecht moet dit beginsel zorgen voor een eerlijk proces. Uit het...