U bent hier

Onderneming & Fiscus
Fiscale eenheid6. Een fiscale eenheid voor de BTW6.1 Voorwaarden ontstaan fiscale eenheid

6.1 Voorwaarden ontstaan fiscale eenheid

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: december 2025

ondernemer

zelfstandig

vaste 
inrichting

verweven

Om samen met één of meer andere ondernemingen een fiscale eenheid BTW te mogen vormen, moet je aan de volgende drie voorwaarden voldoen:

  • De ondernemingen moeten op zichzelf zijn aan te merken als zelfstandig ondernemer voor de BTW. In de Wet op de omzetbelasting is een ondernemer iemand die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent. Dit kan een natuurlijk persoon zijn (zoals een eenmanszaak, vennootschap onder firma of maatschap), maar ook een rechtspersoon (zoals een bv, nv, stichting of vereniging).
  • De ondernemingen moeten in Nederland gevestigd zijn. Ondernemers die buiten Nederland wonen of gevestigd zijn, kunnen geen deel uitmaken van de fiscale eenheid. Buitenlanders die in Nederland een vaste inrichting (zoals een bedrijfsruimte of een magazijn) hebben, kunnen met deze inrichting wel tot de fiscale eenheid behoren.
  • De ondernemingen moeten in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig met elkaar zijn verweven dat ze een eenheid vormen (zie verder paragraaf 6.1.2).

Geen keuze

Zoals eerder aangegeven kan een fiscale eenheid voor de BTW ontstaan zonder dat de groepsleden daar actief om vragen. Dat de eenheid ontstaat is juridisch gezegd ‘dus niet afhankelijk van de wil van partijen’. Je bent dus niet verplicht om een verzoek voor een fiscale eenheid voor de BTW in te dienen bij de Belastingdienst, maar het mag natuurlijk wel (zie ook paragraaf 6.2). Je kunt hiervoor de modelbrief op rendement.nl/bvdossier gebruiken.

6.1.1 De ‘moeiende’ holding

vergoeding

deelneming

dividend

Om als BTW-ondernemer aangemerkt te worden moet je holding met enige duurzaamheid prestaties tegen vergoeding aan derden verrichten. De fiscus onderscheidt de zogenoemde zuivere holding en de moeiende holding.

  • Een zuivere holding is een bv of nv die aandelen bezit in een of meerdere vennootschappen. Voor de BTW-heffing is een zuivere holding geen BTW-ondernemer. Dit is een vennootschap die enkel deelneming(en) houdt en zich niet – direct of indirect – bemoeit met het beheer van de deelneming(en). De opbrengst van de deelneming vloeit louter voort uit de eigendom. Dat geldt ook voor een holding die naast de aandelen vermogensbestanddelen als obligaties houdt.
  • Een ‘moeiende’ holding is ondernemer voor de BTW als zij zich – indirect of direct – bemoeit met haar deelneming(en) en tegen vergoeding (andere) prestaties verricht voor haar deelneming(en), zoals administratieve, commerciële en technische diensten. Het uitkeren van dividend is geen vergoeding in bovengenoemde zin.

Voorbelasting

naar rato

Ook al is sprake van een moeiende holding, dan nog moet je een ‘knip’ maken tussen het ondernemersdeel van de holding en het niet-ondernemersdeel (het houden van aandelen). Alleen de voorbelasting die is toe te rekenen aan de economische activiteiten van de holding mag je in aftrek brengen. De voorbelasting die drukt op inkopen, kosten en investeringen mag je slechts naar rato in aftrek brengen.

6.1.2 De drie verwevenheden

verbonden

eenmanszaak

Een van de voorwaarden voor het bestaan van een fiscale eenheid voor de BTW is de verwevenheid van de betrokken ondernemingen. Twee of meer ondernemingen kunnen nooit een fiscale eenheid vormen als hun verbondenheid het gevolg is van toevallige of incidentele omstandigheden. Daarom zal de fiscus nooit een fiscale eenheid toekennen waarbij uitsluitend eenmanszaken en vof’s zijn betrokken. De ene eenmanszaak kan namelijk nooit de andere in financieel, organisatorisch en economisch opzicht beheersen. Het is wel mogelijk dat een eenmanszaak samen met minimaal één bv een fiscale eenheid vormt.

Financieel

zeggenschap

Ondernemingen zijn in financieel opzicht zodanig met elkaar verweven dat ze een eenheid vormen als ten minste de meerderheid van de aandelen – met inbegrip van de zeggenschap – direct of indirect in dezelfde handen is. Met de meerderheid van de aandelen wordt meer dan 50% van de aandelen van elk van de vennootschappen bedoeld. Deze ondergrens is zeer strikt. Van financiële verwevenheid is sprake als de meerderheid van de aandelen direct of indirect in dezelfde handen is. Bij stichtingen, die geen in aandelen verdeeld kapitaal hebben, gelden afwijkende eisen.

De Hoge Raad heeft in 2003 beslist dat zelfs een belang van 49,99% onvoldoende is om te voldoen aan de eis van financiële verwevenheid voor het ontstaan van een fiscale eenheid voor de BTW (ECLI:NL:HR:2003:AF4532).

Organisatorisch

leiding

feitelijke 
zeggenschap

Om een fiscale eenheid voor de BTW te vormen, moeten ondernemingen ook in organisatorisch opzicht met elkaar zijn verweven. Als de leiding van de ene onderneming feitelijk ondergeschikt is aan de leiding van de andere, wordt al aan deze eis voldaan. Dit blijkt onder meer uit het Hoge Raad-arrest van 18 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:269). Het kan ook zijn dat de betrokken ondernemingen onder een gezamenlijke – althans als eenheid functionerende – leiding staan. Kortom, de feitelijke zeggenschap in elk van de ondernemingen moet bij dezelfde persoon/personen liggen. Hierbij zijn de feiten doorslaggevend.

Economisch

economisch doel

aanvullend

De ondernemingen moeten tot slot ook in economisch opzicht met elkaar verweven zijn. Dit is het geval als aan één van de volgende criteria wordt voldaan:

  • De activiteiten van de ondernemingen streven in hoofdzaak (voor meer dan 50%) eenzelfde economisch doel na. Een voorbeeld hiervan is het bedienen van een gemeenschappelijke klantenkring. Dit betekent dat de ondernemingen zich richten op dezelfde categorie afnemers.
  • De ene onderneming oefent in hoofdzaak (voor meer dan 50%) complementaire (andersoortige maar aanvullende) activiteiten uit voor de andere onderneming. Een voorbeeld hiervan is een groothandel en een detailhandel in elektrische apparaten, waarbij de detailhandel bijna al zijn apparaten van de groothandel koopt.

Stroomschema fiscale eenheid BTW

Versoepeling

omzet

In 2019 heeft de Hoge Raad in twee arresten de vereisten van de economische verwevenheid versoepeld. Wordt deze verwevenheid beoordeeld op basis van de omzet tussen de betrokken BTW-ondernemingen? Dan komt de grens van meer dan 50% te vervallen als er tussen de betrokken ondernemingen ‘onderling niet verwaarloosbare economische betrekkingen’ bestaan. Uiteraard moet nog steeds worden voldaan aan de financiële en organisatorische verwevenheid.

Versoepeling vereiste financiële verwevenheid?

meerder-
heidsbelang

De Advocaat-Generaal (A-G) adviseert de Hoge Raad ook het vereiste van de financiële verwevenheid te versoepelen. Het meerderheidsbelang zou een te strenge eis zijn. Volgens de A-G is er sprake van financiële verwevenheid als een (rechts)persoon in staat is zijn wil op te leggen aan de andere entiteit. De Hoge Raad is nu aan zet 
(ECLI:NL:PHR:2024:796).